Twee weken maar blijft, wat burgemeester Tjapko Poppens dinsdag een monument noemde. Hij droeg er zelf bij de vijver in de Stadstuinen namens het college van B&W een bloemstuk aan bij en Sandra van Engelen (CDA) en Percy de Robles (SBA) en deden hetzelfde namens de gemeenteraad. De stad komt langzaam weer tot leven, zei Poppens, maar het coronavirus heeft een forse tol geëist. Tientallen Amstelveners, vooral in verpleeghuizen en het Ziekenhuis gingen heen. Dat sloeg een verdrietig gat in de levens van nabestaanden en om daarbij stil te staan is het tijdelijke bloemrijke monument ‘Hart van Medeleven’ er. Of alle Amstelveners de komende twee weken ook een bloemengroet willen komen brengen….

© Twycer / www.twycer.nl

Raadsleden, een vertegenwoordiger van Amstelveen Oranje en een enkele ambtenaar kwamen met witte rozen. “Het verdriet van dierbaren die velen verloren is er nog steeds”, zei de burgemeester. Zij betoog hield een oproep in daar niet aan voorbij te gaan nu de versoepeling van de maatregelen om zich heen grijpen. Vandaar ook het fundament. Om een hart medeleven te tonen en de nabestaanden, die tijdens de coronacrisis geen afscheid kon een nemen van de eenzaamheid stervenden, als het ware een hart onder de riem te steken. “Laten wij alle mensen herdenken die in de coronatijd dierbaren verloren, waarna een uitvaart volgde in uiterst kleine kring”, zei Poppens. Hij dacht ook aan personeel en bewoners in zorgcentra, die een zware tijd achter de rug hebben.

Verstild

Een ‘verstilde stad’ noemde hij het Amstelveen in coronatijd. Een tijd die in het geheugen

Burgemeester ging college en raad voor. Links achter hem raadslid Sandra van Engelen (CDA).

gegrifte beelden opleverde, zei hij. Zeker voor de nabestaanden, die middenin de ellende zaten die voor hen nog niet voorbij is. Vandaar het ‘Het hart van medeleven’, waarbij het hart symbool staat voor deze tijd. Ook in veel andere gemeenten werd dinsdag een tijdelijk monument min of meer onthuld. Op de toespraak van Poppens volgde een minuut stilte waarna Stadsdichter Matthijs den Hollander het woord nam. Ook in het gedicht dat hij voordroeg vormden nabestaanden het onderwerp.

Hij zei:

Voor de ouders, de kinderen, de tante, de oom, de opa, oma, vriend, vriendin, de liefste,

Je had nog zoveel willen zeggen /  praten, plannen, doen. Haar ruime hart zijn warme gebaar / dat je omarmt, opneemt, liefheeft / steunt, weet wie jij bent, je ogen / toelacht met lachende ogen.

Zoveel met jou gedaan, / geleefd, geweten, al die / beelden van dit leven samen / op grote momenten of juist / die kleine even tussendoor, / je kent ze. Wat kan je veel / van iemand houden.

En plots vraagt iets dit nu / te accepteren, terwijl je / niet zo, niet zonder hen / versneld wil leren dat / afscheid voor altijd / is of schijnt.

Wie verzacht de pijn? / Niemand weet het echt. / Maar zo lief als ik je had, / zo warm spreekt het hart, / dat zo groot is als wij het / hier en nu voor u / willen laten zijn.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.