Een indrukwekkende toespraak tijdens de onthulling van het monument voor de meer dat 75 jaar geleden niet meer uit de vernietigingskampen teruggekeerde Joodse Amstelveners hield initiatiefnemer David Serphos. Die onthulling kwam pas op 24 september van het jaar 2020. Zelfs in het boek ‘Jaren van Verduistering’ over de tweede wereldoorlog in Amstelveen door Tiny Visser staat niets over hen. David Serphos zei het allemaal als volgt.

“Burgemeester Gerrit Haspels, op wiens toenmalige woonhuis wij hier uitkijken, had op 10 mei 1945 zijn plek weer ingenomen in het raadhuis. Drie jaar eerder, in 1942, was hij door de bezetter ontslagen wegens zijn verzet tegen de deportatie van Joden. Dezelfde Joden die in de toespraken in de jaren na de oorlog en in de annalen van onze gemeente zo pijnlijk ongenoemd zijn gebleven. Nieuwer-Amstel, Amstelveen, was, net als de rest van Nederland bezig met het verwerken van de bezetting die men aan den lijve had ondervonden. De wederopbouw stond voorop. Vrijwel niemand – behalve de Joden zelf – hield zich bezig met het lot van de teruggekeerde Joden en minder nog met de Joden die na uitsluiting uit de samenleving, vervolging en uiteindelijk deportatie waren vermoord.”

 

Herdenkingsmonument?

 

“Ook niet toen eind 1945 werd besloten tot de oprichting van een herdenkingsmonument voor de Amstelveense slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. In het Amstelveens Weekblad van 3 mei 1946 wordt gesproken over “hen die vrijwillig hun leven geofferd hebben voor de goede en rechtvaardige zaak des vaderlands… ónze doden… die óf in de vierdaagse strijd van mei 1940 óf in het vijfjarig verzet hun leven voor ons allen hebben gegeven.” De Amstelveense Joden bleven onvermeld. Op het monument, dat in 1950 werd onthuld werden 26 namen van gesneuvelde, moedige Amstelveners gegraveerd. Elk jaar op de Nationale Dodenherdenking op 4 mei herdenken wij daar in gezamenlijkheid en eerbied. Fast forward naar eind jaren ’70 toen het archief van de gemeente Amstelveen, zoals dat nu te vinden is in het Amsterdamse Stadsarchief, werd gevormd.”

 

Gemeente

“Ook toen leek het alsof de Joodse slachtoffers uit Amstelveen er voor de gemeente niet toe deden. Om het archief van de Amstelveense Secretarie, dat handelt over het jaar 1945, te citeren: “De oorlog had aan 26 inwoners van Amstelveen het leven gekost.” Ook aan het einde van de jaren ’80 bleven de Joodse slachtoffers uit Amstelveen vergeten. Het gemeentebestuur van Amstelveen verstrekte een onderzoeksopdracht om – en ik citeer burgemeester Otto van Diepen – “het zwarte gat in de geschiedschrijving van Amstelveen te vullen”. Dit leidde tot een meer dan 600 pagina’s tellend boek: ‘Jaren van Verduistering; De bezettingstijd in Amstelveen.’ Wie daarin zoekt naar een redelijke beschrijving van de lotgevallen van de Amstelveense Joden tijdens die bezettingstijd kan lang zoeken. De lezer wordt er niets wijzer van. Het toedekken van die zwarte bladzijde duurde tot 2015, toen burgemeester Mirjam van ’t Veld tijdens een bijeenkomst met bestuursleden van de Stichting Amstelveen Oranje een prangende vraag stelde over de vermoorde Joodse buren in haar gemeente. Het leidde tot het project Nooit Meer Teruggekomen en uiteindelijk, vijf jaar later, tot deze bijzondere avond waarop het monument met de gelijkluidende naam officieel werd onthuld.”

 

Lof

“75 jaar na dato. Lof aan het gemeentebestuur van Amstelveen dat zich de afgelopen vijf jaar achter dit project heeft geschaard en de financiële middelen ter beschikking stelde aan Amstelveen Oranje om dit te realiseren. De rol van de wethouder financiën en tegenwoordig ook cultuur moet hier worden benadrukt. Hij heeft zich steeds hard gemaakt voor het vrijmaken van de hiervoor benodigde gelden en Hugo van der Kooij en mij als trekkers van dit project steeds aangemoedigd en de benodigde fondsen namens de gemeente gegarandeerd. Hoe anders ging het toe bij de totstandkoming van sommige andere monumenten voor de Joodse slachtoffers in Nederland, waar particuliere fondsen moesten worden geworven – niet in de laatste plaats onder Joodse nabestaanden zelf – en de lokale gemeenten het lieten bij een bijdrage.”

 

Wetenschappelijk

“De geschiedschrijving over de jaren van de Jodenvervolging, hier in Amstelveen, verdient het om alsnog op een correcte en wetenschappelijk onderbouwde wijze te worden vastgelegd. En ik ben dan ook blij dat wij ook hiervoor de ruimte hebben gekregen van het gemeentebestuur. Dat onderzoek wordt momenteel door historicus Bart Wallet verricht en het is onze hoop dat het volgend jaar, opnieuw dankzij het beschikbaar stellen van gemeentelijke fondsen, kan worden gepubliceerd in de vorm van een voor iedereen toegankelijk boek.”

 

Harde realiteit

“75 jaar na dato is er dan dit gedenkteken. Met daarop de namen en leeftijden van de slachtoffers van de Jodenvervolging die bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei 1940 ingeschreven stonden als inwoners van de gemeente Nieuwer-Amstel en die vervolgens door of ten gevolge van het beleid van de nazi’s in de periode tot aan de bevrijding op 5 mei 1945 het leven lieten. ‘Het leven lieten’. Ik realiseer me het eufemisme. Net zo als de titel van dit monument: Nooit Meer Teruggekomen dat gelezen moet worden met aanhalingstekens. Want in de meeste gevallen betreft het stadsgenoten, buren dus, die zijn vermoord, in concentratiekampen werden vergast. Die harde werkelijkheid moeten we ons goed realiseren. Maar vooral dat die gruwelijke genocide, de moordmachine die werd ingezet tegen Joden omdat zij Joden waren, niet van de ene dag op de andere een feit was. Zoals Koning WillemAlexander op 4 mei van dit jaar zo treffend zei: “Sobibor begon in het Vondelpark, met een bordje ‘Voor Joden verboden’.” In Nieuwer-Amstel, Amstelveen, begonnen Sobibor, Auschwitz, Birkenau, Theresienstadt, Bergen-Belsen, Mauthausen, Dachau en Buchenwald – de plaatsen des onheils waar Joden uit deze gemeente werden vermoord – die gruwelijke plaatsen begonnen ook in Amstelveen met uitsluiting. Met Joodse kinderen die niet meer naar de openbare lagere school – later Michiel de Ruyter – en ook de (christelijke, red.) Roelof Venemaschool mochten, met Joden die niet meer met het openbaar vervoer mochten reizen, met het verbod aan Joden om cafés te bezoeken, om te vissen, te mogen fietsen, met het verplicht moeten dragen van een Jodenster, met het opnemen van de inventarissen van woningen van Joden, met het gedwongen vertrek uit deze gemeente.”

 

Zes miljoen

“Er zijn zes miljoen Joden vermoord uit heel Europa. Ruim 101.000 Joden uit Nederland. Het zijn abstracte getallen. Uit deze gemeente werden 166 buren vermoord. Elk van hen was er één. Mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden. Zes maanden oud, anderhalf jaar oud, 89 jaar oud. En alle leeftijden daartussenin. Ze woonden aan de Amsterdamseweg, aan de Bos en Vaartlaan, de Handweg, de Keizer Karelweg, de Randwijcklaan, het Catharina van Clevepark, de Van der Hoochlaan en al die straten, wegen en pleinen waar we vandaag nog langs lopen, fietsen en rijden. Buren die vertrokken om nooit meer terug te komen. Vermoord. 75 jaar na dato herdenken wij hen eindelijk in Amstelveen.”

 

 

Namen

“Herdenken wij hen en noemen wij hun namen. Namen die voortaan ook te zien zijn op dit prachtige, ingetogen en tegelijkertijd zo indrukwekkende monument, ontworpen door Piet Cohen, die zelf de oorlogsjaren als kind in de onderduik doorbracht. U zult vanavond hun namen horen, alle 166, één voor één. Want zolang wij hun namen noemen, zijn zij niet vergeten en leven zij voort. Omdat zij geen rustplaats hebben die wij kunnen bezoeken is dit de plek waar wij hen kunnen eren. Door een steentje te plaatsen, zoals de gewoonte is om op Joodse graven te doen. En door het gebed voor hun zielenrust – het El Male Rachamim – te doen uitspreken, zoals straks zal worden gedaan.”

 

Zwart gat

“75 jaar na dato wordt met dit monument een deel van het door burgemeester Van Diepen genoemde zwarte gat in de geschiedschrijving van Amstelveen alsnog gevuld. En wordt de nagedachtenis van 166 stadsgenoten recht gedaan. U, burgemeester, heeft met deze onthulling vandaag een historische omissie hersteld. Dank daarvoor. Ik spreek de hoop uit dat wij Amstelveners tot in lengte van dagen jaarlijks op 4 mei de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog zullen blijven herdenken bij het monument in het Broersepark. En ik roep iedereen op om jaarlijks op Jom Hasjoá – de Dag van de Holocaust – bij dít monument ‘Nooit Meer Teruggekomen’ bijeen te komen om de slachtoffers te herdenken van de Jodenvervolging, in Amstelveen, elders in dit land en in Europa.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.