In de loop van dit jaar daalde het aantal jonge huizenkopers (tot 35 jaar), de starters eigenlijk, met twaalf procent. Die daling ontstond na een korte opleving om 2020. Maar de vermindering is minder fors dan in andere leeftijdsgroepen, zoals huizenkopers in de leeftijd van 35 tot 55 jaar (-38 procent) en 55-plussers (-27 procent).
Dat blijkt uit cijfers van De Hypotheker. “Dat kan erop wijzen dat overheidsregelingen, gericht op versterking van de positie van starters op de oververhitte huizenmarkt, enig effect hebben gesorteerd”, meldt het bedrijf.
Overdrachtsbelasting
Volgens franchisenemer Chris der Salm van De Hypotheker in Amstelveen zijn hypotheekaanvragen van jonge huizenkopers minder sterk gedaald door overheidsmaatregelen. “Vooral het afschaffen van de overdrachtsbelasting voor starters en het ontmoedigen van beleggers op de huizenmarkt begin dit jaar zullen hieraan hebben bijgedragen. Maar de problemen van starters zijn geen verleden tijd. Met het enorme tekort van ruim 330.000 woningen en een gemiddelde vraagprijs van 419.000 is dan ook het cruciaal dat de doorstroming op de huizenmarkt op gang komt. Het nieuwe kabinet heeft in het Regeerakkoord aangekondigd fors te willen investeren in de bouw van betaalbare woningen, zodat het aanbod van starterswoningen op termijn kan groeien. Wij pleiten al geruime tijd dat een nieuwe minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) hiervoor de noodzakelijke stappen zal zetten en hopen dat dit nu snel gaat gebeuren.”
Sterke daling in NH
De daling was het sterkst in Flevoland (-25%) en het minst in Noord-Holland (-10 procent). De Hypotheker verwacht dat zich volgend jaar geen grote verschuivingen voordoen op de huizenmarkt. Dan stijgen de huizenprijzen naar verwachting opnieuw, al verwacht De Hypotheker dat deze stijging minder fors is dan in het afgelopen jaar.
Starten blijft moeilijk
Hoewel de daling van het aantal hypotheekaanvragen onder starters minder groot is dan in andere leeftijdsgroepen, is hun situatie niet minder uitzichtloos. Er zijn bijvoorbeeld steeds minder betaalbare woningen beschikbaar en veel starters zijn al lange tijd op zoek naar een woning, blijkt ook uit de Startersmonitor. De eerste editie van deze monitor is kort geleden gepubliceerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties in samenwerking met verschillende marktpartijen, waaronder De Hypotheker. Bijna acht van de tien starters ervaren de huizenmarkt als ongunstig. De helft is al langer dan een jaar op zoek naar een koopwoning en 56 procent heeft zijn budget verhoogd om zijn kansen op de woningmarkt te vergroten. Dat gebeurt het meest in de grote steden en vooral bij starters die een huis in het centrum zoeken. Van hen wijkt ruim een derde uiteindelijk uit naar een andere wijk en zoekt detien procent alsnog zijn heil buiten de stad.
Op slot
Doordat de woningmarkt volledig op slot zit, blijft een grote groep starters noodgedwongen bij hun ouders wonen. Als hen wordt gevraagd waarom ze (weer) thuis wonen, zegt bijna twee derde dat ze geen passende woning kunnen vinden. De zoektocht naar een betaalbare woning duurt dan ook erg lang, zo blijkt uit de monitor. Iets minder dan de helft (48 procent) zoekt langer dan een jaar en dertien procent zelfs drie jaar of langer. Tijdens deze zoektocht vinden zij bovendien tal van obstakels op hun weg. Zo zegt 62 procent dat er te weinig geschikte koophuizen zijn. Volgens bijna de helft wordt=en zij afgetroefd door huizenkopers die ver boven de vraagprijs bieden. Drie van de tien jonge huizenkopers vinden dat er sprake is van oneerlijke concurrentie door onderhandse of contante biedingen. Verder zegt 39 procent niet eens door makelaars te worden uitgenodigd voor een bezichtiging.
Men moet zich veel meer richten op goedkope/betaalbare woningen voor downsizers/alleenstaanden. Vooral de laatste groep is erg groot. Ook zie ik nog alleenstaanden in de goedkope vrije sector in kleine voormalige sociale sector rijtjeshuizen. Daar kunnen/moeten kleine gezinnen in. Dus een beleid van meer personen per huishouden. ( indikken). Zo krijgt A’veen ook meer inwoners op hetzelfde woonoppervlak.
Voor de ouderen uit de sociale sector zouden er meer appartementen bij elkaar gebouwd moeten worden. Dan kan de eventuele zorg ook efficiënter verleend worden. Nu moet de zorg vaak per auto door de gehele gemeente rijden.
Daarnaast zou de zelfbewoningsplicht voor elk koophuis ingevoerd moeten worden tot de lengte dat een expat vrijstelling van inkomensbelasting heeft. Voor deze groep zouden er meer expathotels moeten komen, zeker voor expats die hier maar een 2 of 3 jaar verblijven. Voor sommigen van hun vormt de huidige huizenmarkt nog eens een extra verdienmodel. Dat is kwalijk mijn inziens.
Dan nog even soc koop. Dat is waardeloos. Na een paar jaar komen deze huizen toch weer in de vrije sector, waardoor het percentage soc huizen toch weer afneemt. In andere gemeenten zijn daar voorbeelden te over.