Op het parkeerterrein zag ik iemand de inhoud van zijn supermarktkar naar de bagageruimte van zijn auto overladen. Om daarna de eerste zonder meer achter te laten. Het bleek er één van Lidl te zijn. De zoveelste die ver in de omtrek van Bankrashof gezocht mag worden door medewerkers van de winkel.
In dat koopcentrum is ook Deen gevestigd, maar qua asociaal gedrag winnen de klanten van Lidl het met glans. Die keten heeft, blijkbaar om het zwerven van personeel lang ’s heren verre wegen enigszins te limitteren, de bekende kettinkjes weer vastgemaakt, waardoor – corona of niet – men toch een muntstuk of iets daarop lijkend in de gleuf van zo’n kar moet steken. Het was een poging om een voorraadje te kweken, want voor de winkel was er geregeld niet één meer te krijgen. Omdat gewoon iedereen blijkbaar gewend was die achter zijn kont te laten staan onder het motto ‘als ik er maar vanaf ben’.
Waarde
Die ketenvorming van de winkelwagens verliest trouwens aan waarde, als één asociaal type een geldstuk (meestal iets anders dus) in de gleuf achterlaat. Dan sluit men zich terug-vangend daarbij aan. Er ontstaan zo wel treintjes, maar op verkeerde plekken, zoals parkeerterreinen, waar men met de auto niet meer door kan. Maar in elk geval hebben medewerkers daar een batterij karren bij elkaar.
Ach, ik heb al eerder over dat toppunt van asociaal gedrag geschreven, dat vermoedelijk verband houdt met het internationale karakter van Amstelveen. Ja, van Deen zie ik ook wel eens een kar. Maar bij Lidl is het kennelijk de gewoonste zaak van de wereld de wagens niet terug te brengen. “Het is toch een ander publiek”, zei mijn vrouw. Ik kan haar niet eens ongelijk geven…
Heb je het nu over expats Johan? Oeioei, mag dat wel? Die zijn heilig hoor in deze gemeente. Maar ik kan me vergissen, hoor?