Twee tentoonstellingen werden vrijdag geopend in het Museum Cobra van kunstenaars die waardevol voor de beweging bleken, maar eigenlijk buiten het rumoer bleven. Eigenlijk waren zij niet door het grote publiek ontdekt. Dat geldt in elk geval voor de in 1979 in Deventer overleden kunstenares Dora Tuynman, maar ook ter gelegenheid diens honderdste geboortedag presenteerede het museum de expositie ‘Wolvecamp 100 x Sam Samiee’. Theo Wolvecamp leefde van 1925 tot 1992 en zijn werken gaan in dialoog met de Iraans-Nederlandse kunstenaar en gastcurator Sam Samiee, die trouwens in 2018 de Wolvecampprijs kreeg. Naar de opening was een dichte menigte belangstellenden gekomen, volgens het museum bestaande uit meer dan 400 mensen.
Zelden was het bij openingen zo druk. Zoals gezegd waren het twee onderbelichte kunstenaars, Dora Tuynman en Theo Wolvecamp.
Parijs
Tuynman werkte in de Parijs, Amerika en Amsterdam. De expositie van haar voornamelijk vrij grote schilderijen heet dan ook ‘Dora Tuynman – Parijs, N, waaew York, Amsterdam’. In 1949 vertrok zij naar Parijs, waar zij twee jaar later een werkruimte kreeg bij Karel Appel. Er waren trouwens meer schilders. Zij woonden er (illegaal) ook, want zij hadden niet genoeg geld om woonruimte te huren. Museum Cobra presenteert de eerste volledige overzichtstentoonstelling van de Nederlandse kunstenaar Dora Tuynman. Van haar vroege figuratieve landschappen tot haar latere abstracte schilderijen – waaronder een aantal nooit eerder getoonde werken – biedt de expositie een diepgaand inzicht in haar veelzijdige en eigenzinnige oeuvre. Met deze tentoonstelling is niet alleen haar artistieke ontwikkeling te zien, maar de expositie werpt het ook een nieuw licht op de positie van vrouwelijke kunstenaars in de 20e eeuw. De tentoonstelling is samengesteld door gastcurator Pim Arts, een bewonderaar van Tuynman, zei hij in een interview met museumdirecteur Wallinga (foto). Uit haar werk blijkt dat zij gerelateerd was aan de Cobra-beweging.
Wolvecamp
Een stimulerende kracht achter die beweging was ongetwijfeld Theo Wolvecamp, maar hij koos ervoor achter de schermen te blijven, niet de publiciteit te zoeken en het rumoer te negeren. Zijn schilderijen zijn rauw, vrij en geladen met expressie, waarin het mythische en materiële samenkomen. Voor Sam Samiee is zijn werk een belangrijke inspiratiebron. Net als zijn voorganger verkent hij schilderkunst als een experimenteel proces, maar brengt hij ook nieuwe perspectieven in. In zijn werk versmelten Europese en Perzische schildertradities, waarbij hij de grenzen van schilderkunst oprekt naar installaties en ruimtelijke werken.