Irene en Frits waren voor mij ooit het volleybalstel van Amstelveen. Nu zijn zij zestig jaar getrouwd, las ik in het Amstelveens Nieuwsblad. Sinds ik ooit de opmerking maakte dat de door de burgemeester bezochte gouden en diamanten echtparen in foto’s niet maar in bijschriften wel op elkaar leken (zij woonden allemaal ‘met plezier’ in Amstelveen en zo; dat was zo ongeveer de enige informatie naar de media), krijg ik die berichtgeving niet meer toegestuurd. Maar Frits en Irene ken ik al jaren.
Tegenwoordig zit hij in het bestuur van de lokale politieke partij Burgerbelangen Amstelveen (bbA), maar lang leden was hij mijn collega op de redactie van het Amstelveens Weekblad. Dat was destijds het enige plaatselijke medium, waarvoor moest worden betaald (dekking 90% van de bevolking), en werd door een lokale ondernemer uitgegeven.
Sport
Overigens werd de boom van de Amstelland Pers steeds dikker, doordat onder meer ook kranten in o.a. Buitenveldert, Aalsmeer en de Bijlmer het licht zagen. Frits Suér werkte, voordat hij chef van de sportredactie van ‘Het Amstelveentje’ werd, bij de Nederlandse Bioscoopbond, waardoor hij mij over bijna elke film wat wist te vertellen en daar vaak ook over schreef. Overigens werd onder Europese druk de Nederlandse Bioscoopbond in 1992, samen met de clubs van producenten en distributeurs, op in de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie (NFC). Maar Frits had toen allang voor de journalistiek gekozen. Onder meer werkte hij voor Avro’s Sportpanorama, een tv-programma dat, evenals Avro’s Radio Journaal (waar mijn zoon voor werkte) ter ziele is. In Amstelveen werd hij vooral bekend door zijn diverse bestuursfuncties op sportgebied, vooral die te maken hadden met volleybal. Het was dan ook niet vreemd dat hij bij een verzekeraar een sponsorafdeling full time ging runnen en Martinus destijds Brother Martinus heette.
Gouden tijden
In Amstelveen beleefde Frits Suèr in wezen gouden tijden voor volleybal. Na te zijn opgericht in 1954 door voetbalclub St. Martinus, werd de volleybalvereniging in 1976 zelfstandig. In de tachtiger jaren werd de club nationaal en internationaal bekend, vooral door het herenteam. Als Brother Martinus werd het vijf keer landskampioen en is driemaal de Europacup 1 bereikt, bijvoorbeeld. Het snelle spel van Martinus en de technische hoogstandjes van de club werden in heel Europa gevreesd. En beroemd werd ook het Bankras-model, genoemd naar de toenmalige Bankrashal, waardoor driekwart van het nationale team uit Martinus-spelers bestond. Oranje was dankzij hen onder meer goed voor goud, tijdens de Olympische Spelen in 1996 in Atlanta. Ik zeg niet dat alles te danken is aan Frits Suèr, maar hij werkte vaak achter de schermen aan dat resultaat. En zijn vrouw, Irene Hartkamp, stond volledig achter hem, als óók een volleybal-fan.
Logisch eigenlijk dat burgemeester Tjapko Poppens een dag na hun huwelijksdatum (15 juni) langskwam. Dochter Daniëlle (rechts op de foto) was er ook bij. Martinus heet nu heet nu, dankzij een fusie, AMVJMartinus. Jaar op jaar worden zowel de vrouwen als de mannen daarvan landskampioen. Ze spelen in de Nieuwe Bankrashal. Uit Bankras kan best iets goed komen. Al blijft voor mij de vraag of sport en (lokale) politiek niet toch iets met elkaar te maken hebben, gezien Frits Suèrs huidige functie….
Ik zou een zuurpruim zoals u deze berichtgeving ook niet meer toesturen. Bovendien bent u niet eens in staat een tekst zonder taalfouten te vervaardigen, hetgeen voor de desbetreffende echtparen nogal respectloos is.