Precies op de dag dat de meest gruwelijke oorlog begon van Rusland tegen Oekraïne werd na 77 jaar donderdag de tegel onthuld aan de Charlotte van Montpensierlaan. Aan het einde van de oorlog, op dag in februari, kwam daar aan een einde aan het leven van tien mensen, talloze woningen werden verwoest er raakten velen zwaar gewond door een geallieerd bombardement. Wethouder Herbert Raat (monumenten), die samen met overlevenden de tegen onthulde, sprak donderdag ook over de twee oorlogen, waarvan de laatste die ochtend was begonnen.
“Deze herdenking toont aan hoe belangrijk het is bij de zwarte bladzijden in onze geschiedenis stil te blijven staan”, vindt hij. “We mogen niet vergeten en blijven herdenken.”
Logeren
De gedenktegel voor huisnummer 49 was aangevraagd door mevrouw Couturier, die wegens ziekte zelf niet bij de onthulling kon zijn, maar op verzoek van raad wel een applaus oogstte van de tientallen mensen die wel waren gekomen. Zij logeerde als kind in een der huizen aan de Charlotte van Montpensierlaan. “De komst van vele belangstellenden toont aan dat haar initiatief veel steun en aandacht krijgt”, zei Raat. Naast nabestaanden, overlevenden en omwonenden, waren er ook vertegenwoordigers uit de gemeenteraad, namelijk van AVA, BBA, GroenLinks en CDA. “Het is mooi én belangrijk dat wij allemaal aandacht blijven vragen voor de geschiedenis van Amstelveen,” zei Raat.
Bommen
Zeker met hem eens zijn dat Dinie Verhoeff en haar broer Frits, qua voornaam genoemd naar zijn vader die bij hem bombardement door een geallieerd vliegtuig. Hoewel de oorzaak van het bombardement eigenlijk altijd onduidelijk bleek, lijkt de missie van de bemanning van het vliegtuig te zijn de bommen af te werpen rond de Pauluskerk, destijds een Duitse wijk met een bunker. Behalve dat er minstens tien mensen bij omkwamen, waren er aan de Charlotte van Montpensierlaan vele zwaar gewonden door het bombardement op 24 februari 1945, nauwelijks twee maanden voor het einde van de oorlog. Aanvraagster en afwezige Couturier was destijds niet de enige die destijds als kind de ramp meemaakte. Dinie en Frits Verhoeff hoorden ook bij de overlevenden.
“Wij stonden tegen de buitendeur aan, omdat wij eten zouden krijgen”, vertelde Frits. Zijn vader en buurman Dijkstra van een paar huizen verder waren samen aan een houtklus bezig in de schuur achter de woning. “Mijn moeder wachtte met eten, want hij zei dat hij de klus nog even af wilde maken”, zei Frits. Het werd zij dood, net als die van Dijkstra. “Wij vonden later de dode lichamen buiten in de tuin”, vertelde zij tweelingzus Dinie. “Ik weet dat het een klein vliegtuigje was met propeller. Ik ben nog jarenlang van geweest voor vliegtuigen.” Beiden waren destijds vier jaar.
Onthulling later
Om bij de ramp stil te staan, plaatste de gemeente dus de gedenktegel in de bestrating van het trottoir. Overigens is de gedenktegel aan de Charlotte de Montpensierlaan, ter hoogte van nummer 49, is vorig jaar al gelegd. Toen kon de onthulling wegens de coronamaatregelen niet doorgaan.
Het bombardement verwoestte op 24 februari 1945 de huizen op de nummers 45, 47, 49 en 51, maar Cornelis Johannes Hendrik Dijkstra, die op nummer 33 woonde, kwam om toen hij aan het klussen was op nummer 49. Hij liet zijn vrouw Petronella en drie kinderen achter. Op nummer 45 kwam de 12-jarige Johan Huurmink om rond 12.45 uur en terzelfder tijd op nr. 49 het echtpaar Waller en hun 6-jarige zoon Jan Theo. Drie kwartier later overleden op nummer 51 Johan Gerardus Maria Walthaus en Gerardus Maria Walthaus, respectievelijk 24 en 22 jaar oud. Overigens maakte het bombardement ook een einde aan de levens van mensen die in woningen aan de Bors van Waverenstraat 81, 87 en 89 woonden. Dat waren Adriaan Verwoerd (nummer 87) en Cornelis Dales (89), die beide vrouwen en kinderen nalieten. De heer Venema op nummer 81 is ’s avonds omstreeks acht uur aan zijn zware verwondingen overleden.