Twee tentoonstellingen gingen er tegelijk open in het Museum Jan van der Togt aan de Dorpsstraat 50. Die van Frans & Marja de Boer Lichtveld en die van edelsmid George Henri Lantman (1875–1933), beide tot 7 oktober. Of die dubbelexpositie er de oorzaak van was, zal wel onbekend blijven, maar er waren heel veel genodigden naar de opening gekomen.
Groot en indrukwekkend is vooral de expositie van werken van het Amstelveense kunstenaarsduo De Boer Lichtveld, waarvan Frans in 2016 overleed. Ook Lantman was een Amstelveense kunstenaar, wiens echtgenote jarenlang drogisterij ‘De Groene Hagedis’ aan de Amsterdamseweg dreef.
‘Frans & Marja de Boer Lichtveld – Een beeld van 45 jaar
samen werken’ heet de voor zichzelf sprekende ene tentoonstelling. Het eerste overzicht van hun werken, gepaard gaande met de presentatie van een boek en de vertoning van een aan hen gewijde film. De ruim 80 getoonde werken – sculpturen, gouaches en reliëfs – maken de tentoonstelling tot een reis door de tijd. Waar het begon met collages en kinetische objecten in de jaren 1960 en 1970, ontstonden er strakke roestvrijstalen beelden in de tachtiger jaren en kleurrijke sculpturen in de openbare ruimte vanaf de jaren ’90 tot in de 21ste eeuw.
Boek
Frans (1942 – 2016) en Marja de Boer Lichtveld (1941) werkten sinds 1970 samen in hun atelier in een voormalig schoolgebouw in Ouderkerk aan de Amstel. Hun werken staan overal in binnen- en buitenland, maar een echte tentoonstelling in Amstelveen kwam er tot nu toe nooit. Dat lag ook in de lijn van Frans, die het maar niets vond alles te organiseren.
Marja kwam twee jaar na zijn overlijden op de idee dat toch maar te doen. Zij bedankte bij de opening de velen die hadden meegewerkt om dat te realiseren. Behalve een expositie dus een boek met veel foto’s. Piet Augustijn gaf een (te lange) toelichting op het door hem geschreven boek en de kunstwerken van het tweetal.
‘Bijzondere tijd’
“Ruim twee jaar na het overlijden van Frans ligt het boek er en is er in dit prachtige museum een overzichtstentoonstelling te zien van ons werk en als toegift nog een korte film. Het was dus nu of nooit, dacht ik in mei 2016”, zei Marja.
Jan Verschoor, kunstenaar en voormalig directeur van het Museum Jan van der Togt, zorgde voor de indeling van de expositie van werken die vlakbij zijn gemaakt. “Wanneer ik nu terugkijk, was het wel een zeer bijzondere tijd”, zei ze over de voorbereidingen van boek en tentoonstelling. “Alleen werd weer samen en samenwerken. Het was fantastisch om ‘step by step’ met inzet van alle betrokkenen het project te zien groeien. Het voelt nu als een grandioos cadeau voor Frans en mij.”
Stedelijk Museum, het Museum Van Bommel van Dam, BPD kunstcollectie, WE International en particulieren gaven werk in bruikleen om de expositie te realiseren.
Lantman
Kleindochter Joke Radius vertelde bij de opening iets over haar opa Lantman, hoewel zij die niet persoonlijk heeft gekend (hij stierf toen haar moeder 14 was). Maar zij wees op de mooie deurkrukken van de voormalige trouwzaal in hotel The Grand in Amsterdam (“werk van mijn grootvader’), een plaquette in Artis en die in de Oude Kerk ter nagedachtenis van Sweelink, alsmede aan de wijzerplaat op de klok in de bestuurskamer van de effectenbeurs in Amsterdam. Allemaal werk van Lantman, die in de zilverfabriek van C.J. Begeer in Utrecht werkte, deel nam aan nationale en internationale tentoonstellingen en van 1912 tot 1933 docent edelsmeden was aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus Amsterdam. De tentoonstelling in Museum Jan van der Togt is mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Amstelveen.
Groene Hagedis
In feite bracht het werk van Landman verzamelaar daarvan Adri Vermeer, emeritus hoogleraar, destijds in contact met Joke Radius, die zijn echtgenote werd. In het ouderlijke huis aan de Amsterdamseweg, waar nog steeds een kleinzoon van Lantman woont, stond veel werk van de kunstenaar. “Als kind logeerde ik in de schoolvakanties graag bij mijn tante Netty, de zus van mijn moeder, die in dat huis aan de Amsterdamseweg was blijven wonen”, vertelde Joke. “Dat pand had voor mij een geheimzinnige aantrekkingskracht. In de werkplaats waren nog allerlei raadselachtige gereedschappen aanwezig en in de drogisterij die Lantmans vrouw daar had ingericht om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, kwam ik ook graag. Daar stonden allerlei bruine potten met voor mij onbekende inhoud en ook stopflessen met snoep. Daar mocht ik dan af en toe wel iets uit pakken.”
Bescheiden
Lantman was eigenlijk te bescheiden om een – zoals dat nu heet – BN’er te worden, hoewel er tegenwoordig aanzienlijk minder presterende lieden zich met die titel kunnen tooien. Het gaat er niet om wat je kunt, maar wie je kent, is een bekende Nederlandse waarheid. Adri Vermeer zorgde volop voor het bij elkaar krijgen van een collectie kunst van Lantman. Hij schreef ook een boek over hem, met medewerking van Jan Jaap Heij, destijds conservator van de Nieuwe Kunst van het Drents Museum in Assen, die bekend stond als kenner van de Nieuwe Kunst, waar Lantman een vertegenwoordiger van was.
“Maar we dachten ook wel eens na over de vraag: Wat zou ermee gebeuren als wij er niet meer zijn? Dan zouden erfgenamen zeker plezier hebben van de stukken die ze dan zouden erven. Maar ja, dan zou de hele verzameling wel uit elkaar vallen, totdat er misschien later weer iemand anders aan het verzamelen zou slaan, maar de kans dat er dan nog eens zo’n mooie collectie bijeen verzameld zou worden leek ons klein. Dat de hele collectie uit elkaar zou vallen stond ons niet aan en toen Adri daar met Jan Jaap Heij over sprak opperde hij het idee om een schenking te doen. Dat vonden we een mooie gedachte: het werk van Lantman zou dan goed bewaard en gewaardeerd blijven, dus besloten we het geheel te schenken aan het Drents Museum. Dat leek ons het meest geëigend, want het is het Museum van de kunst rond 1900, dus de Art Nouveau hoort er helemaal thuis. Het contact met het Drents museum verliep bijzonder plezierig, en ter gelegenheid van de schenking werd er een prachtige expositie in het museum ingericht.”
Dat er nu een expositie van Lantman in Amstelveen kwam, is ook naar een idee van Adri Vermeer.