Het moet anders met de participatie, blijkt uit de nieuwe Participatievisie van de Gemeente. Die schrijft voor dat burgers meer moeten gaan bepalen wat er in de wijken gebeurt. Daar zegt de Gemeente overigens al sinds mensenheugenis naar op zoek te zijn, maar telkens opnieuw openbaart zich de discrepantie tussen politiek en inwoners. Nu denkt de gemeente een nieuwe vorm van meepraten te hebben gevonden, waarbij wijkplatforms worden opgeheven. Stadsgesprekken, enquêtes en online communicatie zijn de nieuwe vormen.
Waar het goed gaat, hebben overigens burgers zélf al het heft in handen genomen, zoals in Bovenkerk, Elsrijk en Randwijck. Maar er komt nu een nieuwe lokale aanpak, zegt de visie. Nieuw is onder meer (letterlijk staat het er zo) “dat bij de grotere participatieprojecten evaluatie plaatsvindt.” Hoe zeer raadsleden en wethouders ook betoogden dat die evaluatie altijd plaats vond, het gebeurt nu pas volgens de visie die – zegt de Gemeente – op peiling van burgers via allerlei enquêtes, stadsgesprekken en online communicatie is gebaseerd. “Evaluatie maakt het mogelijk de participatie continue te verbeteren”, zegt de nota. In de evaluatie komen vragen aan de orde als: Wat is het effect van de inbreng van bewoners? Heeft het traject tot verdieping geleid? Zijn deelnemers aan het participatieproces tevreden? Is de inbreng representatief?
Ambitieniveau
Oude vragen dus eigenlijk. Democratie, zou men ook kunnen zeggen. Maar burgers zijn nu eenmaal geneigd pas in beweging te komen als er in hun achtertuin tegen hun zin wordt gebouwd. Dat blijkt uit inspraak door inwoners bij raadscommissies, waar overigens zelden iets mee gebeurt.
Maar de nieuwe visie heeft, zegt de gemeente, een “hoog ambitieniveau waar het gaat om bewoners te betrekken bij beleid en projecten in hun leefomgeving.” Politici, inclusief wethouders, vertelden altijd te willen dat burgers daarbij betrokken werden, maar zo het al het geval was dus kennelijk op een veel lager ambitieniveau. Overigens zal ook nu niet iedereen zijn zin krijgen, want het algemeen belang staat voorop, meldt de Gemeente. En wat algemeen belang is, maakt de politiek wel uit. Eigenlijk verandert er weinig of niets.
Geen achterban
Wijkplatforms, ooit opgericht om te zeggen wat men in de wijken wilde, ontbreekt het volgens de gemeente aan achterban. Overigens heeft die er zelf een zooitje van gemaakt door in die wijken talrijke gremia naast elkaar aan het werk te zetten, zodat er behalve het wijkplatform een Bewoners Initiatief Groep (BIG) een sociaalteam, wijkcoaches en talloze andere professionals rond een wijkcentrum kwamen. Omdat zij van de bomen het bos niet meer kon zien, vormden bewoners zelf maar een stichting die in feite alles weer op een hoop gooide en, zoals in Bovenkerk, als één organisatie opkwam voor hun belangen. In elk geval in Bovenkerk puilen de vergaderingen van bewoners in de buurtschap uit.
Gemeenteraad
In de gemeenteraad wordt geregeld, als er een op een wijk gericht project op de agenda staat, gevraagd of er wel contact met het wijkplatform is geweest. Een politieke kreet die er nu eenmaal bij de structuur hoort. Maar volgens de nieuwe Participatievisie, die een oude – vooral door voormalig burgemeester Mirjam van ’t Veld onder de noemer ‘Mensen maken Amstelveen’ gepromote – vervangt, hebben wijkplatforms nauwelijks een achterban. “We zien bij de wijkplatforms betrokken bewoners die zich inzetten voor hun eigen wijk, waarbij we constateren dat een brede achterban ontbreekt. Ook is de groep die betrokken is vaak geen representatieve afspiegeling van de wijk. De gemeente is verantwoordelijk voor het betrekken van zoveel mogelijk van haar bewoners. Met nieuwe participatiemethoden is participatie mogelijk op grotere schaal en is deze ook representatiever. De rol van de wijkplatforms binnen de participatie komt daarmee te vervallen.”
Niet eens
Voorzitter ir. Ben Jonker van dat orgaan voor Bankras / Kostverloren, voormalig fractieleider van het CDA in de gemeenteraad, is het daar niet mee eens. In elk geval worden zijn wijkvergaderingen procentueel door meer mensen bezocht dan de Stadsgesprekken, waarop de visie van de gemeente nu onder meer is gebaseerd, constateert hij. Maar het gaat de gemeente om de representativiteit. Jonker trekt daarentegen onder meer in twijfel of de nieuwe middelen die de gemeente wil hanteren wel zo representatief voor de bevolking zijn. Stadsgesprekken scoren volgens haar op het punt van representativiteit heel hoog, wijkplatforms laag. “Nu wordt als vanzelfsprekend aangenomen dat de deelnemers een afspiegeling zijn van de Amstelveense bevolking”, zegt Jonker. “Er worden 3000 Amstelveners uitgenodigd voor een Stadsgesprek, waarvan er 150 aan de uitnodiging gehoor geven. Zijn deze 150 een afspiegeling van de 3000 genodigden? Bij het Stadsgesprek was een vraag: Bent u bekend met het wijkplatform in uw wijk? De meerderheid zegt er niet bekend mee te zijn. Bij de Participatie-enquête was ook een vraag over de wijkplatforms. Toen zei 54% het niet te kennen en 45% wel. Van degenen die het kenden vonden de meesten het wijkplatform waardevol. Volgens de Participatievisie ontbreekt het de wijkplatforms aan achterban. Is dat wel zo? Op de wijkplatformvergadering zijn gemiddeld 25 inwoners van Bankras / Kostverloren aanwezig. Dus op een wijk van 10.000 inwoners 0,25%. Maar bij een stadsgesprek is de score ook naar 0,2 % op een bevolking van ruim 90.000 inwoners. En aan de participatie-enquête namen 121 mensen deel, dat is 0,13 procent van de stadsbevolking. Het wijkplatform Bankras / Kostverloren scoort dus beter op de achterban en voorziet duidelijk in een informatiebehoefte onder de wijkbewoners.” In Bovenkerk, bijvoorbeeld, is de opkomst bij wijkvergaderingen intussen representatiever.
Opiniepanel
Jonker constateert dat er voor enquêtes nog minder animo bestaat dan voor stadsgesprekken, waarvoor een loting plaatsvindt. “De gedachten gaan uit naar een Amstelveen Opinie Panel, naar voorbeeld van bijvoorbeeld het EenVandaag panel. Elke maand een enquête. In de maanden dat er raadsvergaderingen zijn 4 weken voor de datum van de raadsvergadering een enquête over de belangrijkste raadsstukken. De uitslag is dan bekend voor de raadsvergadering. De overige maanden over een beleidsnota. Inwoners kunnen zich abonneren en ontvangen dan een email met een verzoek om via een link de enquête in te vullen.
Mobiliteit
Een goed voorbeeld van vroege participatie is de totstandkoming van de mobiliteitsvisie, vindt de Gemeente blijkens haar plannen voor meer deelnemen van inwoners aan besluitvorming. “Eerst is zo veel mogelijk informatie opgehaald uit de stad, de regio en van experts om vervolgens met een data- analyse beleidskeuzes te maken.”
Afhankelijk van het doel en het onderwerp bepaalt het college welke participatievorm geschikt is. Het gaat daarbij om de benodigde informatie, of om kennis delen, ervaringen of argumenten verzamelen gaat. En andere vragen die B&W zich stellen, zijn: Is interactie nodig, hoeveel deelnemers wenselijk zijn, of het om een wijk of de hele stad gaat en van welk moment in het proces sprake is (plannen, keuzes maken, realiseren of evalueren)?
Samen
Onder druk van de vele organisaties waarmee men in wijken kreeg te maken, hebben bewoners zelf er al voor gekozen wijkplatforms en bewonersinitiatiefgroepen, die de Gemeente had uitgevonden, weer te combineren. De bewonersinitiatiefgroep zou als doel hebben activiteiten te entameren en de sociale cohesie in wijken te vergroten, maar daarmee werd volstrekt onduidelijk wat die nou anders deed dan de bestaande platforms. Maar daar had je dan weer professionals voor om het verschil uit te leggen. Eigenlijk heeft de lokale overheid door het oprichten van de BIG’s de wijkplatforms goeddeels om zeep geholpen.
Expats
Intussen blijkt het internationale karakter van de stad wel een extra probleem in de wijken. In de visie staat: “Van de ruim 90 duizend bewoners heeft 43% een internationale achtergrond met 134 verschillende nationaliteiten.” De grote diversiteit in samenstelling van de bevolking betekent wel een uitdaging voor de participatie, geeft de gemeente toe. “Bepaalde culturen kennen een andere houding tegenover overheidsinstanties en er is sprake van een taalbarrière. Door Engels als tweede taal toe te voegen bij brieven en op het online platform wordt de participatie laagdrempeliger. Volledig inclusieve participatie waar deze visie van uitgaat kan er overigens wel toe leiden dat mensen die hier tijdelijk wonen, zoals uitwisselingsstudenten, expats en hun partners ook deelnemer kunnen zijn.”
Volgens de gemeente heeft de gemeenteraad de ambitie qua participatie een actievere rol te gaan spelen. De volksvertegenwoordiging zou dus eindelijk meer naar het volk gaan luisteren. “Het is van belang dat er heldere afspraken zijn over de rolverdeling tussen raad en college om dubbele participatie te voorkomen. Dit zal samen met de raad worden uitgewerkt.”
“Volgens de gemeente heeft de gemeenteraad de ambitie qua participatie een actievere rol te gaan spelen.”
Daar zou je op dit enige openbare forum voor publiek debat toch iets van moeten merken. Niet, dus.
De participatie in wat voor vorm dan ook zal altijd een farce blijven zolang B&W gewoon altijd zijn eigen gang gaat of platitudes debiteert zoals ; “We nemen uw uitspraken mee in de besluitvorming.” Om ze vervolgens in de onderste la te deponeren.
B&W, gemeenteraadsleden en ambtenaren luisteren toch alleen naar wat zij willen horen.
Burgers horen gewoon niet bij het onderonsje en worden niet serieus genomen, over hoeveel kennis en ervaringsdeskundigheid zij ook beschikken.
Het enige wat anders moet met de participatie is de instelling en de houding van de gemeente (b&w, raadsleden en ambtenaren) ten opzichte van de burgers. Als die niet verandert, heeft niets zin.
Iedereen die de tijd en moeite heeft verspild aan bijeenkomsten van een wijkplatform, ‘praat met de raad’-avonden, inspraak in commissievergaderingen, ingezonden brieven, meeschrijven in Dichtbij, reageren en (proberen te) discussiëren op dit enige openbare internetforum voor lokaal publiek debat, etc. zal dit met mij eens zijn. Daarom zijn er waarschijnlijk ook geen reacties op dit artikel over de zoveelste luchtballon.
‘Bekijk het maar, ze doen toch wat ze willen.’