Wat er gezegd werd tijdens de zaterdag gehouden jaarlijkse herdenking bij het Nationaal Dachaumonument in het Amsterdamse Bos was de roep om op te staan voor het te laat is. Verzet klonk vooral tegen een in Europa opkomend populisme, zeker van de voorzitter Wimar Jaeger van het Nederlands Dachau Comité. Burgemeester Tjapko Poppens legde er de eerste krans, want het is tenslotte Amstelveens grondgebied. Na hem volgden velen, onder meer namens groep 8 van de Merkelbachschool, waarvan twee leerlingen een gedicht lazen.
Rechts extremisme, dat in alle landen aan de orde is, leidt tot populisme, was de boodschap. Hebben wij dan toch niet voldoende gehoord en zijn wij in slaap gesust? Dat was de boodschap. Het ‘nooit meer’ ten aanzien van de Joden lijkt verwaterd. ‘Laten we opstaan voordat te laat is.’
Waarschuwing
Poppens luisterde onder meer naar zijn college, de burgemeester van Leeuwarden, Sybrand van Haersma Buma, die overigens als kleinzoon van zijn in Neuengamme vermoorde grootvader. Voor de nabestaanden is het elke dag oorlog, was zijn boodschap. “Bij dit monument wordt het leed van toen de waarschuwing van nu”, zei hij.
Het in 2021 opgerichte Nederlands Dachau Comité kwam voort uit een fusie van de stichtingen (voormalig) Nederlands Dachau Comité en Vriendenkring van Oud-Dachauers.
Modelkamp
Het Nederlands Dachau Comité is een Nederlandse stichting die op 10 februari 1961 werd opgericht door enkele oud-gevangenen van het concentratiekamp Dachau. Dat was eigenlijk een door Hitler al in de dertiger jaren opgericht ‘modelkamp’, waar ook de meerderheid van de kampcommandanten werden opgeleid. Dachau had rond de 170 bijkampen. De stichting heeft tot doel degenen die daar of in een ander concentratiekamp het leven lieten te eren en te waarschuwen tegen het nationaal socialisme en dictatuur. Het eerste Dachau Comité werd in Brussel opgericht met onder meer het doel om anderen te stimuleren dit voorbeeld te volgen. Op 8 september 1968 werd in aanwezigheid van prins Bernhard in Dachau het monument onthuld. De schepping van Glid Nandor is eigenlijk een liggend monument. Het bestaat uit een zestig meter lange steeg, met aan de zijkanten een haag van planten. Op de ‘staat’ zagen de gasten de namen van 500 kampen, een deel van de 1634 geregistreerde.
Dat oorlogen ‘erfelijk’ zijn (dat is de titel van de tv-documentaire van Natascha van Weezel) komt niet alleen door (overgedragen) herinneringen van overlevenden en hun nakomelingen maar ook door herdenkingen. Herdenkingen rakelen herinneringen op en bestendigen en versterken zelfs vijandbeelden. Ik ben dus niet zo’n fan een herdenkingscultuur, maar wel van verzoening en samen verder gaan. Ook in Israël, bij voorbeeld.
Maw als uw ouders zwaar onrecht is aangedaan mogen we dat niet herdenken of als er soldaten van uw land zijn gesneuveld in een oorlog mogen we daar niet meer aan denken. Bullshit!
Beter lezen, Frank, zonder jouw vooroordelen. Ik schreef niet dat het niet mag, maar wel dat ik mijn twijfels heb over de zin, de bijwerkingen en de gevolgen van een herdenkingscultuur.
De dodenherdenking op 4 mei is bedoeld als exclusieve herdenking van de slachtoffers van #toen. Voor alle slachtoffers van oorlogen en etnische onderdrukking sinds toen moet er dus een andere datum worden gekozen. De slachtoffers van toen mogen dan niet worden herdacht, want twee keer herdenken hoort niet.
Mijn ervaring is dat je op willekeurige momenten opeens moet denken aan mensen en gebeurtenissen. Dat kunnen vrolijke of trieste gedachten zijn. Daarvoor heb je geen comité, notabelen en voorschriften nodig. De stilte in jou mag dan ook langer of korter duren dan één of twee minuten.
Herdenken op commando werkt bij mij in ieder geval niet. Tijdens zo’n minuut stilte moet ik meestal aan iets anders denken.
Gedachten zijn vrij. Nog wel.
#4meinietgezien