“Bevrijding zonder bevrijders” noemde burgemeester Tjapko Poppens het einde van de oorlog om Nederlands Indië, nu (onafhankelijk) Indonesië. Hij legde zondag tijdens de herdenking bij het Indië monument in het Broersepark een krans namens de gemeente. Overigens waren daar vrijwel geen gemeenteraadsleden. De enigen die de verslaggever zal waren Jet Smit (VVD) en Michel Becker (AVA). Poppens baseerde zijn toespraak weer op wat hij allerlei boeken over de Indië-oorlog en de Japanse kampen had gelezen. Bijvoorbeeld dat die viermiljoen levens heeft gekost en Nederlands-Indië tot de zwaarst getroffen gebieden in WO2 behoort.
Gastspreekster was de 92-jarige Willy Glorius-Jansen(foto onder: gesprek met burgemeester), overlevende van het Japanse vrouwenkap Tjideng in Djakarta (destijds Batavia). Haar straat werd door Japanners gevorderd en haar ouderlijk gezin moest naar het concentratiekamp voor vrouwen; de mannen waren toen al eerder geïnterneerd.
Beschermd
“In het begin was het er prettig. Wij werden beschermd en het gaf een veilig gevoel. Langzaam aan kwam om het kamp prikkeldraad met gevlochten rieten matten te staan. Op een dag ging de ‘poort’ in het prikkeldraad dicht,” herinnert zij zich. “Ook raakten we onze bezittingen kwijt. Elk gezin kookte zijn eigen potje. De gaarkeuken ging pas draaien nadat alle meubels, ramen en deuren, waren opgebrand. Elke dag moesten wij tweemaal op het ‘appèl’ en voor de kampcommandant buigen.”
Lijden
Voor de burgemeester sprak voorzitter Clement Bouwens van de organiserende stichting Herdenking gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië. Hij legde als laatste ook een krans namens die organisatie. “Wij staan stil bij het lijden van de Nederlands-Indische gemeenschap, bij alle Nederlandse, Indo-Europese, Indonesische, Chinese en Molukse burgers, wij denken aan de Papoea’s, de Romoesja’s en de troostmeisjes. Wij gedenken allen die ginds slachtoffer werden van honger en geweld en zijn stil voor allen, burgers en militairen, die het leven lieten tijdens deze verschrikkelijke periode”, zei hij.
Oekraïne
Volgens hem is vrijheid niet vanzelfsprekend is. “Dat mochten wij eind februari dit jaar heel nabij meemaken in Europa. Mijn gedachten vanavond gaan ook uit naar de bevolking van Oekraïne. Het is weerzinwekkend om te zien wat zij moeten meemaken. En zelf vraag ik mij daarbij af: Waarom?”
Ok de commissaris van de Koning in Noord-Holland was aanwezig, alsmede talloze regionale bestuurders, een afvaardiging namens het Ministerie van Defensie en vertegenwoordigers van Indische organisaties. Namens de landelijke Bond van Wapenbroeders sprak voorzitter reserveofficier Jan Verwoerd, die zelf tussen 1987 en 2000 aan vier buitenlandse missies deelnam. Sopraan Merel van Geest zong zowel het Indische Onze Vader als twee coupletten van het Wilhelmus, het laatste begeleid door het regimentsorkest die voor stemmige muziek zorgde. Waarin tal van geestelijke liederen waren te ontdekken.