Openbaar vervoer blijft ellende

Openbaar Vervoer (OV) bestaat in Amstelveen nauwelijks. De Amstelvener blijft afhankelijk van auto, fiets of wandeling voor mobiliteit. Vooral in de wijken is er vrijwel geen aanbod van OV. De fijnmazigheid ontbreekt. Daarover spraken woensdag raadsleden opnieuw. 

Maar die hebben geen enkele of een zeer beperkte invloed op de alles regelende Vervoerregio Amsterdam. Het betekent dat men wel naar Amsterdam kan komen, maar niet van deur tot deur of naar de halte van de tram, wat vooral voor mensen die slecht ter been zijn een dagelijks probleem is. Er is een busstation bij het Stadshart, maar de lijnen leiden gewoonlijk naar andere gemeenten en Schiphol.

Vrijwilligers

De oplossing van vervoer in de wijken hangt steeds weer van het tanende aantal vrijwilligers af. Enige tijd geleden constateerde wethouder Herbert Raat (verkeer en vervoer) dat ook in de hoofdstad de fijnmazigheid onder druk staat. De Noord-Zuidlijn is mooi, maar daaraan zijn in de wijken verbindingen opgeofferd, constateerde hij. De vervoerregio geeft de licenties, maar de vervoerders zien dat steeds meer lijnen onrendabel voor hun worden. Opheffing dreigt dan, minimaal lagere frequentie. Bovendien werkt ook de krapte op de personeelsmarkt niet echt mee.

Groenhof

Raadsleden noemden allerlei locaties die niet met OV zijn verbonden. Zoals Michel Becker van Actief voor Amstelveen (AVA) die constateerde dat winkelcentrum Groenhof helemaal geen verbinding heeft. Ook het aan de Groenhof liggende wijkcentrum De Bolder daarvan blijft verstoken.

Openbaar Vervoer is ook duur, constateerde een zich dagelijks met het probleem bezighoudende beleidsambtenaar. De vervoersmaatschappijen Connexxion en het gemeentelijk vervoerbedrijf (GVB) van Amsterdam hebben het erg moeilijk, laten zij weten. En de coronaperiode, waardoor reizigers massaal moesten afhaken, maakte het er allemaal niet beter op. Degenen die bijvoorbeeld nog wel van de bus gebruik maakten, moesten zich in die tijd houden aan de anderhalve meter onderlinge afstand. “De weg terug naar het OV is moeilijk door reizigers te vinden”, zei de ambtenaar. De fijnmazigheid, die ouderen en slecht ter been zijnde mensen nodig hebben, vergt heel veel geld.

Alternatieven

Bestuurlijk blijven alternatieven in het OV wel een ‘aandachtspunt’, maar die zijn dat al zo lang. In de Vervoerregio Amsterdam vindt men blijkbaar dat de transporteurs niet alle zeilen hebben bij bijgezet. Volgens die vervoersfirma’s moet er veel geld bij, wegens te weinig reizigers.

In Amstelveen probeerde men op tal van manieren de fijnmazigheid en de tocht naar de verminderde haltes van de tram te vergemakkelijken. De gemeente kwam met een inhuurbus voor onder meer de verbinding met Grote Beer tegemoet, maar heeft die inmiddels, € 6500 armer, opgeheven. Zij onderzocht de mogelijkheden voor een wijkbus, subsidieerde een wijkmobiel in Waardhuizen / Middenhoven en dat is inmiddels in de ANWB Automaatje overgegaan. Overigens is Automaatje ook een kwestie van vrijwilligers die met hun eigen auto a raison van € 0,35 per kilometer iemand van deur tot deur brengen. Of naar een tramhalte die men anders niet kon bereiken. Maar intussen blijft volgens de ambtenaar een gegeven voor de professionele vervoersdiensten: “Hoe lager de prijs hoe meer reizigers.” Maar de vervoerregio wenst die realiteit niet als beleidslijn te zien.

Lift

Als men met een rolstoel of rollator heeft bereikt, wil dat nog niet zeggen dat er een tocht naar Amsterdam of – via het centraal station of station Zuid – naar elders kan beginnen. Volgens reizigersorganisatie Rover zijn de liften om de tram te bereiken veelal maandenlang stuk. Dat komt vaak doordat er onderdelen voor reparatie worden besteld die niet meer leverbaar zij, wist de ambtelijke medewerker van de gemeente. En dat voor een  tramlijn die pas is aangelegd…