Dat het nieuwe vergadermodel van de gemeenteraad absoluut niet werkt, blijkt vooral als er ernstige zaken aan de orde zijn, zoals het Cobra Museum-deficit. Na een raadsgesprek, waarin vorige week vooral de mensen van het museum aan het woord waren, komt er, begrijp ik een – eerder niet ingepland – raadsdebat met daarop volgend een officiële extra raadsvergadering waarin de beslissing valt.
Vroeger had je drie commissievergaderingen waarin uitgebreid werd gedebatteerd tussen de politieke partijen, daarna in fractievergaderingen en twee weken later in de raadsvergadering. In die commissies, op drie achtereenvolgende avonden, kon een debat ontstaan tussen woordvoerders van diverse partijen. Vervolgens kon men politiek zijn of haar ei kwijt in de fractie vergaderingen. Die commissies (waarin, ik geef het toe, ook wel veel gelul ten beste werd gegeven) zijn afgeschaft.
Spreektijd
Het is dus niet meer. Tegenwoordig krijgt men per fractie krijgt men een paar minuten om er zijn zegje over te doen. Grotere fracties krijgen daarbij meer spreektijd dan bijvoorbeeld een eenmansfractie. Die lachwekkende situatie wordt democratie genoemd. Het enige voordeel is dat de raadsleden nu op één avond per week – woensdag – naar het raadhuis hoeven te komen. Dat is overzichtelijker voor de politici, die voornamelijk voor zichzelf deel uitmaken van de gemeenteraad. Met democratie, waarin burgers en media een rol hebben, heeft het niets te maken. Raadsleden noemen zich om onduidelijke reden volksvertegenwoordigers, maar zijn hooguit bestuurders. Het vergadermodel, met bijeenkomsten die tegelijk worden gehouden, is veranderd om het voor bestuursorganen gemakkelijker te maken. Dat ging ten koste van burgers (en media), maar de politici kwamen op de eerste plaats. Of het voor burgers allemaal nog te behappen valt is een tweede of zoveelste daarna. Dat partijen die eenmaal in de vier jaar nodig hebben om een zo groot mogelijke fractie te krijgen, is al erg genoeg, denken zij blijkbaar. Voor verslaggevers is het feit dat zij op een avond bij diverse bijeenkomsten moeten zijn, die veelal tegelijk worden gehouden een regelrechte crime. Maar die zijn door de gemeenteraad dan ook niet gevraagd hun mening kenbaar te maken, want de politiek doet gewoon wat haar uitkomt. Ook dat heeft niets met democratie te maken.
Cobra Museum
Met beslissing over het Cobra Museum heeft het vergadersysteem toch kennelijk wel moeite. Het museum kost jaarlijks minimaal € 1,2 miljoen (de subsidie) en wilde nu een bankgarantie van de gemeente voor een lening om onder meer de salarissen en, behalve de lokale overheid (als huisbaas), ook andere schuldeisers te kunnen betalen. B en W stelden de gemeenteraad voor die waarborg niet te geven, om niet verder in het financiële moeras te komen. Maar de gemeenteraad moet dat besluit zorgvuldig nemen, waarbij natuurlijk de vraag rijst of die het wel met het college eens is en of er misschien nog andere mogelijkheden zijn. Diverse gesprekken, onder meer in de fracties, moesten leiden tot een standpunt. Maar dat vergt meer tijd dan een ‘raadsgesprek’ en de week daarop een besluit. Er kan nog een debat, ter vervanging van de voormalige commissie, plaatsvinden; maar dezelfde avond moet een beslissing vallen. In dat debat, dat nauwelijks zo genoemd mag worden, hebben de partijen dus beperkte spreektijd. Nu pas zag de gemeenteraad, onder politieke druk, dat het dogmatische systeem niet werkt. Aan het einde van het debat wordt besloten of men het besluit naar de reguliere raadsvergadering, twee weken later, verschuift. Zodat men er in de fracties over kan praten en met amendementen of moties komen. Het lijkt de oude commissie wel.
Laten we nu gewoon eerlijk zijn, het interesseert de meeste burgers en politici toch geen reet, wat er in het gemeentehuis gebeurt totdat ze er zelf mee te maken krijgen.