Eerst praatten raadsleden woensdagavond over het begrip ‘participatie’, waarvoor een gemeentelijk beleid moet worden ontwikkeld in het kader van de per 1 januari van kracht wordende Omgevingswet, en daarna was er nog dezelfde avond een streng besloten zitting van hen. Misschien geeft de volgorde symbolisch weer, hoe de politieke elite participatie voor inwoners eigenlijk ziet.

“Participeren is ingewikkeld”, stelde een presenterende ambtenaar vast. En een collega van haar gaf aan de hand van een waaier ongeveer aan hoe complex het wordt als de inwoners, organisaties en ondernemers steeds mondiger worden.

Gemeente

Dat maakt het voor de overheden niet eenvoudiger. Om dicht bij huis te blijven: Daar speelt de gemeente een belangrijke rol in. Maar tijdens de avond werd niet duidelijk wie die gemeente is. Of zij wordt gevormd door inwoners dan wel een hen dicterende elite blijft de kern van het probleem.

De gemeenteraad, die zogenaamd door de inwoners is gekozen op politieke voorkeur, doen alsof die voorkeuren niet meer bestaan, zodra zij zijn gekozen. Dan geldt alleen de onderlinge collegialiteit en de zogeheten ‘verbinding’. Maar de inwoners zijn zover niet en verwachten, meestal tevergeefs, iets van de door hen gekozenen. Dat uit zich in de drang om óók iets te mogen zeggen. Maar de gemeente – van de gemeenteraad doorgaans de coalitie – neemt de besluiten. Ook over de fysieke leefomgeving, zeg maar de woningen en andere bouwsels die er komen, en de sociale leefomgeving.

Eind november stelt de gemeenteraad opnieuw een participatieverordening vast, die recht doet aan de 26 wetten vervangende Omgevingswet en de samenleving meer recht op participatie zou geven. Maar of er in de praktijk iets verandert, is zéér de vraag. De gemeente wil naar haar zeggen dat inwoners en belanghebbenden, zoals omwonenden, in een zo vroeg mogelijk stadium mogen meepraten. Van het begin af zijn zij betrokken bij bijvoorbeeld de hoogte van een nieuw gebouw. Maar meepraten wil geenszins zeggen meebeslissen. Misschien was het VVD-raadslid Victor Frequin daar woensdag het duidelijkst over toen hij zei: “Wij zitten er als gemeenteraad voor het algemeen belang. Dat kan op teleurstelling voor degenen die participeren uitlopen, want meepraten, wil niet zeggen dat je altijd gelijk krijgt.”

Omgeving

Een van de doelen van nieuwe Omgevingswet is de hedendaagse kloof tussen overheid en samenleving een beetje te dichten. Participeren, zogezegd. De wet, waarvan het in werking treden al herhaaldelijk is uitgesteld, beoogt vier uitgangspunten, door de presentatoren voor de raadseden aks volgt omschreven:

  1. Inzichtelijk omgevingsrecht: Door de bundeling van wetgeving zijn minder regels nodig. Hierdoor kan de wetgever de regels duidelijker en overzichtelijker opschrijven, en later ook verder versimpelen.
  2. Leefomgeving centraal: De samenhang van de fysieke leefomgeving staat centraal in het beleid. De Omgevingswet zet in op een evenwichtige toebedeling van functies voor de fysieke leefomgeving. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het samenspel tussen bebouwing, infrastructuur, milieu, natuur, erfgoed en ook gezondheid.
  3. Ruimte voor lokaal maatwerk: De Omgevingswet biedt lokale overheden meer afwegingsruimte om doelen voor de leefomgeving te bereiken. De Wet beoogt een versterking van de positie van decentrale overheden, volgens het principe: ‘Decentraal, tenzij’. Dit houdt in dat gemeenten bevoegd zijn om zelf regels op te stellen, tenzij er een overkoepelend belang is.
  4. Snellere en meer integrale besluitvorming: Besluitvorming over projecten in de leefomgeving gaat onder de Omgevingswet sneller en meer integraal. Dat vergt een samenhangende werkwijze van overheden, burgers en bedrijven. Open, flexibel, uitnodigend, innovatief en vertrouwen zijn daarbij de kernwoorden. Voor vergunningen gaat vaker dan voorheen de reguliere procedure gelden met een beslistermijn van acht weken, waardoor initiatiefnemers sneller weten waar ze aan toe zijn

Projectontwikkelaars

Die initiatiefnemers zijn doorgaans, als het om initiatiefnemer bouwen gaat, projectontwikkelaars. Die speelden dan ook de hele avond een belangrijke rol in de discussie, waarbij een fictieve casus aan de raadsleden werd voorgelegd (waarin overigens veel van de plannen met het Augustinuspark viel te herkennen). Het ging om een flatgebouw aan de Lindenlaan dat werd gesloopt om plaats te bieden aan winkels een woningen. In de nieuwe wet past een zo vroeg mogelijk praten met de omwonenden en andere (door de gemeente te kiezen) belanghebbenden. In een kennisgeving wordt gezegd wanneer men nadere informatie krijgt in de vorm van een zogenoemd ‘omgevingsplan’. Overigens blijven onder de nieuwe wet ook de hedendaagse wegen tot rechtsbescherming van de burger bestaan, zoals de klachtenprocedure bij de gemeente (zienswijze genoemd) en het stappen naar de rechter voor een beroep tegen gemeentelijke plannen. “Participatie kent voornamelijk in het voortraject een belangrijke rol”, werd er in de presentatie gezegd.

Ivoren Toren

De gemeente moet goed participeren, zei de overigens door de Raad van State herhaaldelijk (bijvoorbeeld in het geval van de Zwarte Kat) teruggefloten wethouder Floor Gordon. “De inwoners vinden iets van hun fysieke leefomgeving”, zei ze. Volgens haar moet de gemeente niet in de ‘ivoren toren’ zitten, de locatie waar zij dikwijls door burgers van wordt beschuldigd. Maar ook de gemeenteraad moet door het op een coalitie steunend college van B&W en de projectontwikkelaar goede informatie krijgen. Maar hoe moet dat gebeuren? Naar de mening van een van de presenterende ambtenaren zegt de wet daar niets over. Wel over het ‘wanneer’. Duidelijk werd tijdens het gesprek met raadsleden dat er geen kant en klaar recept voor participatie bestaat, alleen dat het zo vroeg mogelijk moet gebeuren.

Viswinkel

Intussen gaf de casus aan dat er voor de winkels wel een concurrentie dreigt met die op de Van der Hooplaan. Het was het D66-raadslid Tawros Aslanjan dat daarop wees. “Als er een viswinkel komt, betekent dat een concurrent voor die op de Van der Hooplaan”, zei hij. Intussen spelen effecten van de bouwerij ook voor de omwonenden en andere inwoners. Die hebben bijvoorbeeld te maken met de hoogte van het gebouw en de daarin te realiseren woningen (koop of huur, laag of hoog geprijsd en sociaal of vrije sector). “De projectontwikkelaar al alles doen om zijn plan, waaraan hij het meeste verdiend, er door te krijgen”, wist de VVD’er Frequin.

In de casus ging het om dertig huur- en dertig koopappartementen. Maar daarnaast wil men méér winkels en méér groen. Aslanjan opperde dat er diverse soorten projectontwikkelaars zijn. Van typen die diverse plannen aan de omgeving voorleggen tot degenen die alleen de eigen winst op het oog hebben en alles al het door hen gewenste plan volledig al hebben ingevuld. Daarbij komt, zei een raadslid, dat een eigenaar vaneen pand een andere dimensie heeft dan een huurder of een dicht bij het bouwproject wonende burger.

Jip & Janneke

Volgens de SP’er Patrick Adriaans gaat het er ten diepste om hoe de gemeenteraad erin staat. En dáár kunnen zich politieke verschillen voordoen, in elk geval tussen oppositie en coalitie. Intussen werd in de casus over de oppervlakte van de woningen niet gepraat en daarin staat GroenLinks bijvoorbeeld anders dan de VVD. De presentatie voor de raadsleden bevatte intussen veel ingewikkeldheden. Als de burger, wiens inbreng volgens de Omgevingswet iets verandert, die informatie in ambtelijke taal tot zich krijgt, begrijpt hij er weinig van. “Kan er niet een foldertje komen van twee of drie pagina’s in Jop en Janneketaal?” vroeg een raadslid. Waarschijnlijk het meest zinnige voorstel van de avond.

2 REACTIES

  1. Participeren wordt minder ingewikkeld als burgers serieus worden genomen door bestuurders, raadsleden en ambtenaren.
    Dit wordt geblokkeerd door de vanzelfsprekendheid waarmee laatstgenoemden uitgaan van hun deskundigheid en autoriteit.

    Afgelopen week schreef ik drie klachten (met foto’s) aan de gemeente over
    1. het (niet) legen van groenbakken;
    2. het (niet) terugplaatsen daarvan, en
    3. de overbodigheid van een grijze rolcontainer als vlakbij een ondergrondse PMD-container staat.

    Ik ontvang drie onvriendelijke reacties van de teamleider Afvalbeheer waarin hij mijn klachten wegwimpelde en die hij alle drie afsloot met: ‘Hiermee is de discussie gesloten’.

    In de eerste reactie schreef hij dat het niet ‘mijn’ groenbak is omdat die van de gemeente is. Ja hoor.

    Als ik hierover een klacht zou sturen naar een wethouder Afvalbeheer, de gemeenteraad, de gemeentelijke ombudsman (bestaat die nog?) of de afdeling Afvalbeheer, dan wordt die behandeld door dezelfde ambtenaar, met voorspelbare conclusie.

    Als burger ben je gewoon kans- en machteloos.

    Participatie is een kwestie van mentaliteit.

  2. @ VW: Schokkend hoe je als burger door een bestuursorgaan behandeld wordt. En dit wordt allemaal geïnitieerd/bevorderd/getolereerd/gedoogd door “onze” plaatselijke vrinden van de Volkspartij voor Vrijheid en DEMOCRATIE…?

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.