Het atelierbeleid van de gemeente gaat weer eens op de schop. Net als de vorige keren zegt zij voor lokale kunstenaars een bruisend klimaat te willen scheppen, ‘waarin kansen voor ontwikkeling en vernieuwing centraal staan’. Er komt meer openheid over waar al de gemeentelijke ateliers heen gaan. Dat is een van de maatregelen in het nieuwe beleid. Net als het stimuleren van delen van een atelier.

Volgens cultuurwethouder Herbert Raat komen er nu heldere criteria voor de toewijzing van de werkruimte voor beeldende kunstenaars. Kennelijk waren die tot nog toe nogal onduidelijk. De nieuwe criteria worden gericht gecommuniceerd naar kunstenaars en volgens de gemeente verder ook online gepubliceerd. En daarbij ook de wijze waarop men zich voor zo’n atelier kan inschrijven.

Achttien

De gemeente heeft er achttien, te weten in Ateliers 2005, de voormalige school aan de Van Weerden Poelmanlaan, en in A24 aan de Amsterdamseweg. Daarvan drie gratis zogeheten projectateliers, negen voor gevorderde kunstenaars en zes ateliers voor starters. De reguliere ateliers kosten geld, maar de startende kunstenaars betalen ‘om hen te stimuleren’ minder dan gevorderden.

Van beginnende kunstenaars wordt wel een opleiding verwacht. De BN’ers die plotseling gaan schilderen horen er dus formeel niet bij, nog bijvoorbeeld de natuurtalenten die zijn geweigerd op een academie, en zij moeten hun opleiding minder dan vijf jaar geleden hebben afgerond. Er wordt contact gelegd met een kunstopleidingen om startende kunstenaars aan te trekken en kunnen dan in een van de gratis projectateliers voor tijdelijke projecten neergezet.

Ex-gemeente secretaris

Wie als professioneel kunstenaar in een atelier wil, moet zich laten testen op vakmanschap door een beoordelingscommissie die bestaat uit ándere kunstenaars, een vertegenwoordiger van de Adviescommissie Beeldende Kunst (ABK) en een ‘onafhankelijke deskundige’. Het komt er op neer dat in de commissie oud-gemeentesecretaris Rein Schurink, alsmede de kunstenaars Jan Verschoor, Margitte Verwoerdt en Gabriël Verheggen.

Voor haar oordeel hanteert de commissie onder meer, behalve de opleiding, geproduceerd werk, exposities, (online) presentaties, publicaties, stipendia en prijzen, alsmede ontvangen subsidies en aanbevelingen of recensies. Voor die beoordelingen komen twee kunstenaars uit de ateliergebouwen, één van de ABK plus een onafhankelijke expert opdraven.

Wachtlijst

Ook voor het delen van een atelier worden de kunstenaars die daar in willen getoetst om te bepalen of zij daarvoor in aanmerking komen. Omdat betaalbare ateliers bij de gemeente niet voor het opscheppen liggen – in mei was er wachtlijst die 29 namen telde – kunnen kunstenaars na de maximale huurtermijn van zes jaar kan men zich daarna opnieuw voor een atelier inschrijven. Uit onderzoek bleek overigens dat maar één op de vijf kunstenaars van de kunst kan leven het liefst voor een werkruimte van 40 vierkante meten tussen de 250 en 500 euro betaalt. Intussen vervalt de overgangsregeling voor oudere kunstenaars. Eis van  de gemeente voor het huren van een atelier is dat de huurder een ‘maatschappelijke bijdrage’ levert aan de Amstelveense gemeenschap.

Organisaties

Kunstenaars worden van gemeentewege aangemoedigd samen te werken met culturele en maatschappelijke organisaties. De buitenruimte rond ateliers krijgt van haar een meer ‘open en toegankelijk’ karakter en kunstenaars worden meer attent gemaakt op de bestaande subsidieregeling voor promotie voor hen.

De ateliers staan volgens de gemeente open voor alle disciplines, maar in de praktijk wordt alleen de beeldende als kunst aangemerkt.

Intussen blijven Amstelveense ateliers bestemd voor lokale kunstenaars. Gevorderden onder hen moeten wonen in Amstelveen, maar voor starters geldt een iets ruimer beleid: Zij moeten alleen een bepaalde sociale binding hebben met Amstelveen. Dat kan hun ouderlijke komaf of een relatie zijn.

Cultuuragenda

“Het is belangrijk dat kunstenaars een plek hebben om hun werk uit te oefenen, elkaar te inspireren en hun werk te delen met het publiek”, herhaalt kunst- en cultuurwethouder Herbert Raat vele van zijn voorgangers.

In de Cultuuragenda 2020-2024 staat dat de ateliers beter moeten worden ingezet voor actieve, professionele kunstenaars. De gemeenteraad nam bij de vaststelling daarvan een motie unaniem aan over een transparant atelierbeleid. Daarin stond dat het nieuwe atelierbeleid meer aandacht moet uitgaan naar transparantie, doorstroming en stimulering van talent, zegt Raat. Volgens hem is dat inderdaad ‘meegenomen’.

Om ervoor te zorgen dat talent voldoende kansen krijgt, stimuleert de gemeente naar haar zeggen startende kunstenaars om zich te ontwikkelen in Amstelveen. ‘Door het delen van ateliers verder te stimuleren wordt het optimale gebruik en de doorstroming van ateliers bevorderd.’

Tegenprestatie

Een maatschappelijke tegenprestatie wordt verplicht voor de huur van een gemeentelijk atelier. Bovendien wordt van kunstenaars verwacht dat zij meewerken aan de openstelling en verlevendiging van de ateliers. Het nieuwe atelierbeleid ligt op 7 juli 2021 ter besluitvorming voor in de gemeenteraad.

Foto: Raat bij Inbar Hasson

1 REACTIE

  1. Wanneer komt de amateurkunst markt weer? Hier zitten dan wel niet de professionele kunstenaars onder, maar uit eigen ervaring weet ik dat het je wel extra motivatie geeft als andere mensen je werk leuk vinden en er zelfs geld voor over hebben. Ik moet ook zeggen dat onder amateurs veel mensen zitten die een hoog niveau hebben. In ieder geval kan de professionele kunst niet zonder de amateur.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.