Zondag 25 april, de 100ste verjaardag van Karel Appel (Amsterdam, 1921-Zürich, 2006), opent het Cobra Museum een tentoonstelling met de mooiste zijn werken uit de eigen collectie, aangevuld met een aantal bijzondere bruiklenen. Uiteraard vieren we die zondag zijn verjaardag met een feestelijk programma.
Tot en met begin jaren 50 waren het kind en zijn onbevangen werkwijze twee belangrijke thema’s in zijn werk. Ongeveer vanaf 1954 gaat Appels uiteenzetting met de materie, met de verf zelf, een steeds belangrijkere rol spelen.
Dikker
De verf wordt steeds dikker en met grote expressieve gebaren op het doek aangebracht. Deze ontwikkeling in het werk van Appel wordt in twee hoofdstukken in beeld gebracht aan de hand van stukken uit de museumcollectie en een aantal bruiklenen uit een Belgische privécollectie die zelden of nooit in het Cobra Museum te zien zijn geweest.
Recordbedrag voor Karel Appel
In deze tentoonstelling zijn werken van Karel Appel te zien uit de periode 1947-1961. Daaruit stamt een van de belangrijkste aanwinsten in de geschiedenis van het museum: bijna 20 jaar geleden, in 2002, kocht het museum op de veiling het werk Vrouwen, kinderen, dieren uit 1951 voor een recordbedrag van 750.000 dollar.
Cobra-beweging en Appel
Karel Appel is een van de bekendste Nederlandse naoorlogse kunstenaars. Hij was medeoprichter van de invloedrijke Cobra-beweging (1948-1951), die alle traditionele regels in de schilderkunst overboord gooide. Voor velen staat Appels werk symbool voor deze beweging, die kleurrijke en spontane kunst voortbracht, en kinderen en fantasiewezens als belangrijke onderwerpen zag. Dit jaar zou hij 100 jaar geworden zijn, voor het Cobra Museum de aanleiding om speciale aandacht aan zijn werk te schenken.
Rotzooien op hoog niveau
Karel Appel staat bekend om een aantal uitspraken die vaak te letterlijk werden genomen, zoals: ‘Ik rotzooi maar wat aan’. Intussen is duidelijk geworden dat hij niet zo onbesuisd te werk ging als deze en andere uitspraken van hem doen vermoeden. Met zijn persoonlijkheid, gedurfd materiaalgebruik en afwijzing van intellectuele theorieën, had Appel een sterke (beeldende) invloed op de andere Nederlandse Cobra-kunstenaars.
In de pers en bij het publiek werd zijn werk in eerste instantie minder goed ontvangen. Naar aanleiding van de grote Cobra-tentoonstelling in 1949 in het Stedelijk Museum Amsterdam bijvoorbeeld, werd Appel in de pers een ‘onmachtige knoeier’ genoemd. Mede door het bekrompen klimaat in Nederland besloot hij in 1950 naar het wereldse Parijs te vertrekken.
Oproep: Maak je eigen Appel
Ter ere van de verjaardag van Karel Appel roept het museum iedereen op een eigen kunstwerk te maken. “Laat thuis inspireren door Karel Appel en maak je eigen Spijkermannetje.” De jury van het museum kiest in juni drie winnaars uit de uitzendingen en deze worden in het museum tentoongesteld.