De SP wil in de raadscommissie Burgers en Samenleving van 29 februari praten over de gemeentelijke integratietrajecten op de arbeidsmarkt. De fractie stelde daarover schriftelijke vragen en is kennelijk over de antwoorden daarop niet helemaal tevreden. De SP wil wel eens weten of de gemeenteraad voldoende zicht heeft op de trajecten en of die wel doelmatig zijn. Uit signalen van werkzoekenden zou blijken dat er vaak sprake is van concurrentievervalsing door verdringing (van goedkope krachten, o.m. via stages) op de arbeidsmarkt. Dat wordt door B&W ontkend.
Marina Casadei en Wil Roode van de commissie willen wel eens weten of de andere fracties eigenlijk de informatie van de gemeente wel voldoende vinden om hun controlerende taak op de zogenoemde re-integratietrajecten te kunnen uitoefenen, vooral op het terrein van concurrente vervalsende verdringing. Want een bedrijf dat bijvoorbeeld statushouders gesubsidieerd – al dan niet als stagiaires – aan tijdelijk aan het werk laat, zogezegd om werkervaring op te doen, heeft een concurrentievoorsprong op ondernemingen die iedere medewerker volledig moeten betalen.
Misbruik?
“Hoe staan de fracties er tegenover de bedrijven die gebruik maken van loonkostensubsidie
een verplichtend kader mee te geven om misbruik van de regeling tegen te gaan?” vragen zij de twee. Zij meldden eerder aan de raad dat sommige bedrijven eenvoudig werk door statushouders te laten verrichten, zogenaamd om taalvaardigheid op te doen, waar in de praktijk niets van terecht komt. “Vinden de fracties dit een re-integratie instrument of een onderdeel van het inburgeringsprogramma?” willen zij van de andere negen partijen in de raad weten. “Hoe staan de fracties tegenover de stapeling van re-integratieverplichtingen zoals taalstages, werkstages, werkplek met loonkostensubsidie enzovoort.
Monitoren
En van B&W wil de SP graag weten of die het belangrijk vinden dat na uitstroom uit de Participatiewet wordt gemonitord of mensen daadwerkelijk aan het werk blijven bij de werkgever die eerst loonkostensubsidie heeft ontvangen. Ofwel: Hoe voorkomt het college dat bedrijven voordeel halen door het in dienst hebben van mensen met een taalstage, werkstage of loonkostensubsidie?
Overigens zeiden B&W in de beantwoording van vragen van de SP eerder zich niet bij te houden of er sprake is van concurrentievervalsing, maar wel te weten dat het weinig voorkomt. En verder is het volgens het college een zaak van ambtenaren toe te zien op het voorkomen van onverantwoorde concurrentieverhoudingen of verdringing. “De werkinstructie ‘Inzetten van re-integratievoorzieningen’ is mede met dat doel opgesteld en helpt daarbij. We maken duidelijke afspraken met bedrijven en werken alleen samen met bedrijven die de juiste intentie hebben voor onze inwoners. Mocht toch geconstateerd worden dat een bedrijf zich niet aan de regels houdt dan wordt de samenwerking met dat bedrijf direct gestopt,” schreef het college. Maar dat is blijkbaar uitsluitend ter beoordeling van de ambtenarij.
Als een statushouder in deze situatie niet samen gelijk opwerkt met een Nederlander schieten deze mensen er geen bal mee op. Dan is het enkel het spekken van de beurs van een werkgever ten koste van de belastingbetaler. Dit is toch een argument waar de raad gevoelig voor moet zijn. Het lijkt mij toch niet zo moeilijk om na een paar maanden als men een paar woordjes beheerst bijvoorbeeld deze mensen te koppelen aan verschillende Nederlandse huishoudelijke hulpen, waar men staat te springen om mensen , hulpconciërge, hulp in buurthuizen, verpleegtehuizen, winkels ( als zij tussen Nederlandse scholieren werken (en niet in de avonduren bij de HEMA, waar ze met statushouders onder elkaar zijn) enz.
En natuurlijk is er een grijs gebied, maar waarom zou een ambtenaar niet niet alleen de statushouder controleren, maar ook niet de werkgever die loonsubsidie ontvangt?
De statushouder wordt gekort op zijn uitkering of verliest hem bij verstek, maar zijn de werkgevers die deze subsidie ontvangen ooit wel eens beboet of hebben een terugvordering gehad, als zij zich niet aan de afspraken hebben gehouden? Ook zou er een onafhankelijk persoon moeten komen, waar de statushouder anoniem kan klagen over zijn behandeling door een werkgever of een ambtenaar, want ook bij de laatste is soms een verschil in uitleg van de regels en dat bedoel ik heus niet als kat naar de ambtenaren. En waarom anoniem? Omdat deze statushouders vaak bang zijn voor ambtenaren, die in hun eigen land vaak naar willekeur konden reageren en die angst krijg je er niet zo maar uit.
Wel verwijt ik de gemeente soms laksheid op dit gebied, omdat zij in sommige gevallen niet inging op klachten van statushouders, terwijl iedereen toch gebaat is bij een soepel verloop van de integratie, er rekening mee houdend dat er aan beide kanten fouten en misverstanden kunnen ontstaan.
Nu heb ik het speciaal over statushouders gehad, maar het is algemeen bekend dat vaak stagiairs en vrijwilligers gewoon werk verrichten waar vroeger een salaris/ vergoeding tegenover stond. Dit gebeurt vaak in de bejaardenzorg en zelfs onderwijs bijvoorbeeld . Zonder vrijwilligers en stagiairs kan een ziekenhuis niet draaien, laat staan welzijn. De gemeenteraad zou voor de lol eens moeten vragen voor hoeveel uur aan vrijwilligerswerk in Amstelveen verzet wordt. Misschien weet zij dat wel, maar het grote publiek worden deze cijfers onthouden. Hetzelfde geldt voor stagiairs.
Het is niet gemakkelijk hen Nederlands te leren, ik heb het twee jaar gedaan, als taalleraar Nederlands. Het cursusmateriaal was niet steeds aangepast aan hun noden en de vooruitgang verschilde sterk van het ene tot het andere individu.
Ik heb gemerkt dat het niet snel gaat met mensen die in hun thuisland geen opleiding hebben gevolgd.
Op papier was de vooruitgang er, maar wanneer ik hen een onafhankelijke taaltest Nederlands liet afleggen, zoals de deze: https://www.englishacademy.be/nl-nederlandse-taaltest werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt dat het toch allemaal niet zo snel ging als gedacht.
De persoonlijke relatie met een aantal onder hen is wat mij nog het meest motiveerde verder te doen.
U bent zelf geen native speaker Nederlands. Advertisement?