Randwijck mag dan een mooie oude wijk van Amstelveen zijn, op het ogenblik worden er talloze van de grote huizen verbouwd. Dat leidt tot onaanvaardbare rommel, constateert met bij de gemeente. Aannemers en onderaannemers plaatsen her en der containers vol afval, laten op de bouwplaatsen troep achter en bij een pand stond in de gloeiende hitte deze week een volle gasfles. “Die kan voor een enorme ontploffing zorgen”, wist een handhaver. Samen met de wethouders Floor Gordon en Herbert Raat, ambtenaren en wat wijkbewoners deed hij mee aan een schouw in de buurt (foto).
Keerzijde
Een paar jaar geleden wilden B&W dereguleren. De coalitie was de vele regels zat en vond die voor een goed deel ook overbodig. Vele werden afgeschaft. Maar toen was het crisis en werd er relatief weinig ge- en verbouwd. “Nu zie je de keerzijde van dat beleid”, gaf Herbert Raat (Handhaving en Vergunningen) toe.
De inspectie begon bij de verbouwing van het pand van de voormalige Apotheek Amelink en een daarnaast geleden huis, op de hoek van de Catharina van Clevelaan en de Amsterdamseweg (foto). En daarna werd bekeken welke rotzooi de bouwers in onder meer Van Spaenstraat, Plantsoen Laanhorn, Graaf Florislaan en andere straten in de wijk gewoon zijn achter te laten. De gemeente denkt weer aan strengere regels rond verbouwingen.
Taalprobleem
Containers moeten wel aangemeld worden bij haar, maar behalve dat het niet altijd gebeurt, blijken die vaak dwars op stoepen te worden neergezet en langer dan afgesproken te blijven staan. “Soms worden wel objecten aangemeld, maar dan weet ik niet precies waar zij de containers neer zetten”, vertelde een handhaver. Een probleem is dat veel onderaannemers Polen zijn of andere nationaliteiten uit Oost-Europa hebben. “Die versta je niet en het personeel spreekt vaak alleen de eigen taal, geen Nederlands. Ze hebben er gewoon schijt aan”, zei Wim Born van loodgietersbedrijf Born, die in de wijk woont. Ze maken er vaak een puinhoop van, constateren ook andere bewoners van de wijk.
Samen
Een container met hoog opgestapelde bouwafval bleek in een van de
straten in de voortuin van een woning op eigen grond te staan. Daar konden in feite handhavers weinig aan doen, zij het dat ’s avonds het spul moest zijn afgedekt. Of dat gebeurt, is de vraag. “Het moet van twee kanten komen”, wisten de wethouders op inspectietocht. Wethouder Floor Gordon van o.a. Ruimtelijke Ordening: “Gemeente, ondernemers en inwoners moeten het samen doen.” Door nieuwe regels alles dicht timmeren, gaat haar college Raat ook wat te ver. Dat tegengaan was ook de bedoeling van de deregulering, maar daarvan blijkt nu misbruik te worden gemaakt. Zelfs aan de bescheiden regelgeving houdt men zich niet, zodat de lokale overheid zich gedrongen voelt krachtiger te gaan optreden. Waarschijnlijk wordt daartoe ook de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), zeg maar de lokale grondwet, aangepast.
Verloedering
Randwijck dreigt door de vele verbouwingen te verloederen, besefte Raat. Intussen weten ook lokale aannemers wel hoe het hoort, bleek aan Plantsoen Laanhorn, waar keurige grote containers met deksels, afkomstig van verhuurder Beelen, werden aangetroffen. “Zo hoort het”, was de conclusie.
“Een paar jaar geleden wilden B&W dereguleren. De coalitie was de vele regels zat en vond die voor een goed deel ook overbodig.”
Wethouder Raat (VVD, níet van handhaving) is inmiddels tot inkeer gekomen omdat hij merkt en (eindelijk) inziet dat er misbruik wordt gemaakt van bestuurlijke laksheid en dat goedwillende burgers daaronder lijden.
OK, beter laat dan nooit, maar toch liever tijdig.
Regels die niet worden gehandhaafd, zijn zinloos. Dat ligt dus niet aan die regels maar aan de onwil of het onvermogen om ze te handhaven. Die rotzooi, de herrie en scooters in voetgangersgebied en zijn niet de keerzijde van Raats wanbeleid, maar het resultaat.
Het grenzen tussen liberalisme, laksheid, luiheid, gemakzucht en onverantwoordelijkheid zijn vaag.
Het ligt ook aan de huiseigenaren die voor een dubbeltje eerste rang willen zitten. Zij hebben i.d. ook verantwoordelijkheid. Je kunt moeilijk van een stel Poolse bouwvakkers die onze taal niet spreken dat ze op de hoogte zijn van onze regels.