(FOTO’s: amstelveenweb.com)
Men moet zich ook in Amstelveen verzetten tegen elke vorm van racisme en vooral tegen het antisemitisme, dat nu stiekem weer opkomt in de samenleving. Dat zei burgemeester Bas Eenhoorn tijdens de dodenherdenking, die vrijdag bij het monument in het Broersepark werd gehouden. “In 2018 is opnieuw nodig ons te verzetten”, zei hij. Samen met kinderburgemeester Varvara Denisova legde hij de eerste van een reeks kransen bij het monument.
Verzet was de rode draad in zijn toespraak, waarin hij ook de eerste strofe van het bekende
gedicht ‘Het lied der achttien dooden’ van Jan Campert citeerde over de eerste verzetsgroep in Nederland. Achttien jonge mensen die zich Geuzen noemden. Die werd geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte. Journalist, schrijver en dichter Campert stierf zelf in concentratiekamp Neuengamme, omdat hij Joden had geholpen. “Als er geen mensen in verzet komen, ziet het er slecht uit”, zei Eenhoorn. Volgens hem is verzet de grens tussen dapper en laf.
Naamloos
De door hem geciteerde bekende eerste strofe van het gedicht luidt:
‘Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.’
Nodig
Indrukwekkend was het optreden van kinderburgemeester Varvara Denisova, die in een korte toespraak en een gedicht (allemaal uit haar hoofd) zei dat ‘de vreselijke dingen’ uit de Tweede Wereldoorlog nooit meer mogen gebeuren. Daartoe, zei Hugo Kooij, die de bijeenkomst leidde, de inzet van de volgende generatie nodig. Hij herinnerde aan het thema van de herdenking dit jaar: Geef vrijheid door. “Daar hebben we jullie voor nodig”, zei hij tegen de talloze aanwezige jongeren. “De mensen die de Tweede Wereldoorlog meemaakten, sterven zo langzamerhand uit. Deel het als studenten en op scholen en sportverenigingen met leeftijdsgenoten dat vrijheid inzet vraagt.”
De herdenkingsbijeenkomst, die ook twee minuten doodse stilte aan de Amsterdamseweg inhield, gevolgd door het zingen van twee coupletten van het Wilhelmus, werd muzikaal opgeluisterd door het Harmonie Orkest Amstelveen (dat goeddeels geestelijke liederen speelde). Verder waren er gedichten van Stadsdichter Matthijs den Hollander en Omran Baikari van de scholengemeenschap Panta Rhei.
Niet vergeten
Na afloop startten atleten van de atletiekvereniging Startbaan, die het vrijheidsvuur ’s nachts uit Wageningen (waar destijds de vrede werd getekend) ophaalden om zaterdag daarmee op het Stadsplein een lokaal vrijheidsvuur aan te steken. Tal van organisaties legden kransen bij het monument. De eerste was van de gemeente, met een lint waarop stond: ‘Opdat wij niet vergeten’. Die middag had wethouder Herbert Raat in de voormalige sjoel aan de Randwijcklaan, bij de start van het bezoek aan ‘Open Joodse huizen’, ongeveer hetzelfde gezegd. Hij constateerde dat Amstelveen bijzonder onzorgvuldig met zijn historie is omgesprongen in vorige decennia.
Wat betekenen al die mooie woorden in de praktijk?
Volgens burgemeester Eenhoorn moeten wij ons verzetten tegen elke vorm van racisme en vooral tegen het antisemitisme, dat volgens hem weer stiekem opkomt in de samenleving.
Iedere vorm van racisme is even verwerpelijk.
Verzet tegen racisme en dus tegen het discrimineren en onderdrukken van mensen vanwege hun afkomst wordt in bepaalde gevallen echter ‘het nieuwe antisemitisme’ genoemd.
Probeer dan maar eens om niet laf te zijn maar juist hardop te blijven pleiten voor gelijke burgerrechten en recht op terugkeer voor iedereen, inclusief de Palestijnen.
Hier zijn helemaal geen Palestijnen. En al die Syrische apothekers, raketgeleerden, hersenchirurgen etc.
die willen helemaal niet terug.
“Als er geen mensen in verzet komen, ziet het er slecht uit”, zei Eenhoorn.
Bepaalde vormen van discriminatie en onderdrukking ogv afkomst zijn kennelijk toegestaan of worden zelfs gesteund.