Na decennia lang al 54 standplaatsen voor woonwagens op de vier daarvoor bestemde locaties te hebben gehad, voegt de gemeente er nu tien aan toe. Het aantal komt dus op 64 in totaal. Dat is van de gevolgen van een nieuw woonwagenbeleid, dat B en W aan de gemeenteraad voorstelt. In Woonvisie had de voor wonen verantwoordelijke wethouder Adam Elzakalai de bewoners van woonwagens over het hoofd gezien, gaf hij o.a. voor de lokale tv toe. Hij maakte daarvoor excuses. De bewoners krijgen zelf nog te kans over het concept van de nota, waarin het beleid is vastgelegd, mee te praten in het raadshuis op dinsdag 1 oktober om 19.00 uur.
Het bestaande beleid is volgens Elzakalai verouderd. Overigens blijven de wachtlijsten voor standplaatsen, evenals die voor woningen, wel bestaan. Op 24 mei stonden 27 woonwagengezinnen op een wachtlijst.
Cultuur
De wachttijd voor een standplaats is dankzij de uitbreiding volgens de gemeente ongeveer zeven jaar; die voor een sociale huurwoning negentien jaar. Het landelijke beleid zegt dat die ongeveer gelijk moeten zijn. “Op dit moment is de wachttijd voor een woonwagen al lager dan een sociale huurwoning”, staat in de beleidsnota. Maar de gemeente verdedigt zich met de opmerking dat de wachttijd voor een sociale huurwoning in Amstelveen ‘bovengemiddeld hoog’ is in vergelijking met andere gemeenten. “Daarom wordt ervoor gekozen om dit niet te gebruiken voor het vaststellen van de behoefte aan woonwagenstandplaatsen.”
De vraag naar nieuwe standplaatsen is de afgelopen jaren gegroeid, zegt gemeente. Volgens haar is ook een nieuwe manier van toewijzen nodig. Tot nu toe geldt alleen inschrijftijd, maar daar wordt nu binding aan Amstelveen aan toegevoegd, wat in concreto betekent dat zij familie zijn van Amstelveense woonwagenbewoners. Overigens wordt door de gemeente de cultuur en traditie van de woonwagenbewoners gerespecteerd. De standplaatsen worden toegekend aan mensen die kunnen aantonen dat zij afstammeling zijn (tot en met de vierde graad) van woonwagenbewoners, ook als zij tijdelijk in een huis wonen en terug willen keren tot een woonwagenlocatie. ‘Doel van dit nieuwe beleid is dat lokale woonwagenbewoners weer perspectief krijgen en hun cultuur en tradities kunnen behouden”, zegt de gemeente. Naast wagens die eigendom zijn van de bewoners, zijn er – net als bij andere woningen – ook dertien ‘sociale’ wagens, die verhuurd worden door de gemeente, die overigens eigenaar blijft van de standplaatsen.
Ter inzage
De nota wordt voor een periode van vier weken ter inzage gelegd. Ook op de bijeenkomst van 1 oktober kunnen bezoekers (bewoners en andere geïnteresseerden) melden wat ze van het nieuwe woonwagenbeleid vinden. De gemeente zegt in de nota dat het tekort aan woningen en woonwagens niet is op te lossen. “Er zal altijd sprake blijven van een zekere schaarste”.
Woonwagenbewoners zijn volgens de gemeente niet helemaal gelijk aan andere burgers. “Bij woonwagenbewoning gaat het om een ongelijk geval, omdat de woonvorm voor woonwagenbewoners een wezenlijk onderdeel is van hun cultuur en identiteit”, staat er in de nota. Vroeger waren zij reizigers, met mobiele wagens, maar door de druk van de overheid bewonen zij nu vaststaande wagens, die niet meer kunnen rijden, op locaties waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. De gemeente zegt actief verbinding met de woonwagengemeenschap te zoeken en dat het nieuwe beleid ook tot stand kwam ‘in participatie met woonwagenbewoners’. De standplaatsen zijn 200 vierkante meter groot, wat neerkomt op 10 bij 20 meter.
Er wordt gesteld dat de wachttijd voor een soc woning “ bovengemiddeld” hoog is. Ik noem het asociaal hoog. Dank u wel Den Haag en lokaal Gordon en Raat met achterban.