Burgemeester Tjapko Poppens besefte woensdag (10 april) kennelijk wel, toen hij speciaal de kinderen toesprak bij de opening van de sportveldje bij de een jaar geleden geopende opvangunits voor Oekraïense vluchtelingen in Kronenburg, dat het niet hun thuis is.
“Maar wij doen er alles aan op zich hier een beetje meer thuis te voelen, terwijl een oorlog in jullie land wordt”, zei hij.
Zonnebloem
‘Sonjashnik’ (zonnebloem) heten de tijdelijke woningen aan de Prof. dr. Meijerslaan voor ongeveer zeventig Oekraïense vluchtelingen, die tot dan toe in Amstelveense gastgezinnen vertoefden. Daar is, behalve een al eerder aangelegde moestuin, nu ook een sportveldje bijgekomen. De units, in twee verdiepingen, werden er destijds door Zadelhoff en de Maarsen Groep in ultra korte tijd zijn neergezet.
Sponsor
Het – volgens de gemeente multifunctionele – sportveldje kwam tot stand door sponsor Mean Well, een in elektronische producten gespecialiseerd bedrijf, dat ook de bijbehorende voorzieningen leverde, zoals goals, ballen en netten. Touwtrekkend met de kinderen opende Poppens het veldje, dat overigens wegens de beschikbare ruimte een klein glasveldje moet blijven. Het bedrijf Mean Well, waarvan ook general manager Coleman Liuy het woord voerde, heeft zich volgens de burgemeester in 2006 in Amstelveen gevestigd. Namens de bewoners van de units dankte de burgemeester de onderneming. Maar zijn zorgen over de oorlog in het land waarheen de vluchtelingen terig willen, zijn daarom niet minder. “De onzekerheid over de oorlog in Oekraïne en hoe lang die nog gaat duren is groot zijn”, zei hij. “De kinderen hier voelen dit ook.”
Maar kinderen blijven kinderen, zei Poppens ook. En zij willen gewoon kind zijn. Vandaar dat het sportveldje in goede aarde viel. Coleman Liu benadrukte dat maatschappelijk verantwoord ondernemen volgens hem hoog in het vaandel van de onderneming staat. De aanleg van dit sportveldje is daar volgens hem het zoveelste bewijs van. Na het touwtrekken, volgden partijtjes voetbal en volleybal. De middag werd afgesloten met lekkernijen die de bewoners van Sonjashnik en medewerkers van Mean Well hadden gemaakt.