De oorlog in Oekraïne hing deze keer over alle herdenkingen en bevrijdingsfeesten rond de herinneringen aan WO2. Toen woensdagavond (4 mei) burgemeester Trapko Poppens en kinderburgemeester Bana samen een krans legden bij het monument ‘Aan hen die vielen’ aan de Amsterdamseweg konden beiden er ook niet omheen. Bana maakte diepe indruk op alle aanwezigen door het gedicht ‘Echte Wereld’ van Huub Oosterhuis voor te dragen en in te leiden. Zij deed beide geheel uit haar hoofd.
Burgemeester Tjapko Poppens verwees naar het hem onlangs in het diepste geheim aangeboden dagboek van Amstelvener Piet Gerritse, wonend aan de Landscheidingskade, wiens zoon Peter enige jaren hoofdredacteur vannhet toen bestaande Amstelveens Weekblad was.
Van der Leek
Ontwerper Theo Bennes van het monument had daarboven een treurende vrouw geprojecteerd, want er kwamen velen niet terug naar Amstelveen, vertelde Hugo van der Kooij namens de stichting Amstelveen Oranje. Zoals Harmen van der Leek, wiens zoon samen met burgemeester Haspels voor de onthulling zorgde op 4 mei 1950. De zoon had zijn vader, die wegens diens inzet voor het verzet werd vermoord, nooit gekend.
Het is bizar, zeiden diverse sprekers, dat er nu een oorlog in Europa woedt, hoewel met zich destijds had voorgenomen nooit meer oorlog te voeren. Die is om de hoek aan de gang, zei Van der Kooij. Er waren honderden mensen bij de herdenking en het Harmonie Orkest Amstelveen o.l.v. Nico Schimmel, die ook de taptoe blies, zorgde voor muziek. “Wat een vreemde gewaarwording is het vandaag onze doden te herdenken uit een oorlog van 77 jaar geleden, terwijl op hetzelfde moment een oorlog, een genocide gaande is in ons eigen werelddeel”, zei dr. Bettine Siertsema, universita docent geschiedenis aan de VU en holocaust-onderzoeker. Beelden van Mariupol zijn volgens haar bijna inwisselbaar met die van het gebombardeerde Rotterdam. “Al zijn de meesten van ons hier opgegroeid in vrede en veiligheid, we voelen mee met de machteloosheid van een volk dat plotseling overvallen wordt door een meedogenloze vijand, die in wapens en manschappen onmiskenbaar de overhand blijkt te hebben.”
Gezwegen
De gebruikelijke twee minuten stilte, waarin men de Nederlandse gevallenen in de Tweede Wereldoorlog en in operaties daarna herdenkt, kon naar haar mening ieder voor zich ook stilstaan bij de duizenden doden die in Oekraïne. “We zwijgen uit eerbetoon en respect en als het om de tweede wereldoorlog gaat, toch ook in schaamte om het desastreuze gebrek aan solidariteit, omdat er gezwegen is toen er een heel volk vernietigd werd. Wilhelmina noemde in haar radiotoespraken vanuit Londen de Jodenvervolging slechts drie keer. Roosevelt en andere geallieerde leiders waren door ooggetuigenissen haarfijn op de hoogte van wat zich in de concentratiekampen afspeelde. Zij hebben gezwegen en die kennis niet verspreid, laat staan de gaskamers gebombardeerd. De directe omgeving heeft gezwegen, mensen die woonden in de buurt van de kampen hebben de gevangenen gezien die buiten het kamp dwangarbeid verrichtten. Zij hebben het schreeuwen gehoord, de verbrandingsovens geroken en zij hebben gezwegen. De bevolking van Nederland heeft de razzia’s gezien en in onmacht angst of onverschilligheid gezwegen”, zei Siertsema.
Onmenselijkheid wordt op dit moment bedreven in Oekraïne, vervolgde ze. “Nog wel door onze bondgenoot van toen. Wat kunnen wij beter doen dan dat het niet weggemoffeld wordt, dan het vergeten van toen en nu tegen te gaan. Onze stem verheffen tegen onrecht en mensen die vluchten voor niets ontziend geweld bij te staan op welke manier wij maar kunnen. Dan heeft het herdenken met twee minuten zin.”
Kransen
De burgemeester meldde dat voor Piet Gerritse en diens gezin vooral de laatste oorlogsjaren zwaar waren, maar berichten over de oprukkende geallieerden hoop gaven. De oorlog in Oekraïne brengt volgens hem de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog in volle hevigheid terug bij overlevenden. Piet Gerritse wilde zijn kinderen, die toen nog te jong waren om het te snappen, vertellen ‘in welk een verschrikkelijke tijd zij leefden’, zei Poppens. Behalve de krans van de gemeente waren er ook kransen en bloemstukken van Stichting Amstelveen Oranje, Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië, De Joodse gemeenschap, Verzetsstrijders/wapenbroeders, Apostolisch Genootschap en atleten van de Atletiekverenging Startbaan.
Er wordt te gemakkelijk gesproken over mensen die hebben gezwegen en weggekeken uit onmacht en angst. Alleen onverschilligheid was (en is nog steeds) onvergeeflijk.
De angst en de onmacht waren echter reëel, niet alleen mbt de eigen veiligheid. Ook levens van gijzelaars stonden immers steeds op het spel bij iedere daad van protest of verzet.
Ik heb mijn bedenkingen over herdenkingen, want die zijn vaak te gratuit. Bovendien gebeurt er ook op dit moment zoveel onrecht en narigheid waaraan wij onze hoofden, harten en handen vol hebben of zouden moeten hebben. Palestina..
En ja hoor: We zijn weer bij het Midden-Oosten en de leugen van de Palestijnen. Hulde voor uw uitzinnige creativiteit.
Uw Pavlov-reactie betreft één woord.
Reuze zinvol, dat herdenken van racistisch geweld en onderdrukking..
“’Dit jaar is anders dan anders, want er zijn mensen op de vlucht voor oorlog’, zegt een bezoeker van een Bevrijdingsfestival (Ten eerste, 6/5). Zou er in de geschiedenis van de Nederlandse Bevrijdingsfestivals één jaar te vinden zijn waarin er geen mensen op de vlucht waren voor oorlog?
Ik vrees van niet.”
Lieke de Kwant, Bennekom
(Brief in de Volkskrant van 7 mei 2022.)
‘Waar begint hol ceremonieel en eindigt herdenken aan een tijd, die steeds verder verdwijnt?” Dat laatste is ontegenzeggelijk waar, in de brief die Bob Lagaaij ons stuurde over de hem bevreemdende combinatie van „plechtig de doden herdenken” op 4 mei en de „uitbundigheid” een dag later.
Als je onder ‘hol ceremonieel’ verstaat dat aan uitgesproken woorden geen consequenties worden verbonden, dan waren deze week meerdere lezers het daarmee eens. Jan Verniers uit Arnhem schreef hoe wij, of „voornamelijk hypocriete politici, roepen ‘dit mag nooit meer gebeuren’. Terwijl het ondertussen al keer op keer weer heeft plaatsgevonden: denk aan Rwanda of dichterbij aan Srebrenica of Syrië.” Ook Wim Ort-jens uit Geleen somde invasies en oorlogen op die volgden, terwijl wij toch keer op keer „plechtig” de woorden „Dat nooit meer” uitspraken.”
(Brieven aan NRC Opinie, 7 mei 2022.)