De politieke versplintering is blijkbaar in Amstelveen even groot als in buurgemeente Amsterdam. Met dit verschil dat de hoofdstad een linkse coalitie en een daaruit voortvloeiende bestuur heeft en de Amstelveen een rechtse. Heeft de VVD, de grootste fractie hier, acht zetels, hetzelfde aantal heeft GroenLinks in Amsterdam.
Tweemaal zo groot als die partij hier scoorde, al leverde zij in Amstelveen – net als in Amsterdam – bij de verkiezingen in. Hier was zij de grootste in de oppositie, met vijf zetels, maar daar leverde zij er na de verkiezingen een van in. Wat dat betreft, volgde de fractie de landelijke lijn. Net als in Amsterdam, waar zij als de grootste door de werd PvdA verdreven en twee zetels verloor. De PvdA heeft er nu negen daar heeft en in Amstelveen met drie zetels gelijk bleef, net als D66 trouwens. In Amsterdam verloor D66.
Twaalf
Maar er is nóg een verschil. Beide gemeenteraden (hier van 37 in Amsterdam 45 zetels) hebben twaalf fracties. Maar in de hoofdstad komen die allemaal van landelijke politieke partijen en in Amstelveen zijn er nu die plaatselijke. Decennialang was dat er één, Burgerbelangen Amstelveen (bbA), nu zijn het er drie met in totaal. BBA is overigens, na VVD (8) en D66 (7), de derde partij met vijf zetels in de raad. De drie lokale partijen nemen met negen zetels in totaal bijna een kwart van de gemeenteraad in.
Het is volslagen onduidelijk waarom er drie lokale partijen kwamen. Actief voor Amstelveen (AVA) kwam er in 2018 bij, Goed voor Amstelveen (GVA) pas na de recente verkiezingen. Overigens had men met de lijsttrekker Jacqueline Höcker van GVA al kennis kunnen maken als raadslid voor de Lijst Höcker, toen zij zich afscheidde van AVA. Beiden hielden toen één zetel over. Eerder was bbA haar politieke onderdak. Evenals AVA kreeg GVA nu twee zetels.
Onzichtbaar
Wat intussen het verschil tussen de drie is, blijft voor de kiezer volstrekt onzichtbaar. Maar daar gaat het ook niet om, want het gemiddelde raadslid ziet er primair voor zichzelf en kan al in verkiezingstijd niet verder komen dan dat zijn of haar partij – zoals álle partijen – een duurzaam, veilig, sociaal en gezond Amstelveen wil, waar men ‘betaalbaar’ kan wonen. Vooral met dat laatste wilde men kiezers trekken. Dus met woningen die er niet zijn. En in verkiezingsprogramma’s kan men niet wonen, zou men met een verwijzing naar wijlen wethouder Schaeffer van Amsterdam (die het over ‘gelul’ had) kunnen zeggen.
Zwijgen
De krachtsinspanning van de partijen, die eenmaal in de vier jaar in de vorm van campagnes op de electorale markt tentoon moet worden gespreid, is na de verkiezingen weer voorbij. Zetels verdeeld en de kiezer wordt geacht de komende jaren weer te zwijgen. Dat raadsleden wel eens volksvertegenwoordigers worden genoemd, berust dan ook vooral op een fictie.
Voornamelijk ter linker zijde stemt men – hoogst zelden – in de gemeenteraad soms tegen een voorstel van B&W. De andere fracties zijn het doorgaans volledig met het college eens. Wie de verkiezingsprogramma’s leest, kan constateren dat zij dat in wezen tijdens die campagnes al hadden voorspeld. Waarom er dus twaalf fracties zijn, is het raadsel van Amstelveen. Alleen lokale politici kunnen daarop misschien het antwoord geven. Maar politici zijn nu eenmaal niet gewend te antwoorden.
Er zijn twaalf fracties omdat de aspiranten het liefst allemaal gezellig in de VVD-fractie zouden willen zitten, maar dan niet in de gemeenteraad zouden komen.
Fakepolitiek en fakejournalistiek vormen samen de lokale fakedemocratie van Amstelveen.
Het is beter een relevante steekproef van kiezers te vragen waarom ze zo stemden dan de mensen van de politieke partijen.
Weer geen aandacht hier voor het grote aantal thuisblijvers.
Nu officieel ook dat 47,15% bijna de helft van de kiezers NIET is gaan stemmen. Een historisch record!
Ik blijf het vragen want als meer mensen waren gaan stemmen had dit de uitslag toch wel behoorlijk kunnen veranderen. En het toont de grote afstand tussen politiek en bevolking aan. Hoe kan je je volksvertegenwoordiging noemen als bijna de helft niet komt opdagen?
Gaat men er nog aandacht aan besteden en kijken naar de oorzaken?
(ook al is dit in de meeste delen van Nederland zo, op lokaal vlak interessant te zien waarom. In Ouder-amstel stemde men bijvoorbeeld wel meer dan Amstelveen!)
Bij kiezers en thuisblijvers leven wellicht sterkere politieke opvattingen en verschillen dan bij raadsleden die door de onderonserigheid en het gepolder van de lokale politiek steeds meer op elkaar zijn gaan lijken.