Al zoveel stappen had Hij in de tuin gezet
Reeds wetend dat Zijn Beeld er nog ontbrak
Al fluisterde Zijn Geest door elke tak
Dat liet Zijn hunkering naar vrienden onverlet
En voor de avond van de zesde dag
Bevruchte Hij met adem Zijn verlangen
En enkel door Zijn blik gevangen,
Speelde de mens in wie Hij Zijn verwachting zag
Al zoveel eeuwen was Hij door de tijd gegaan
Nadat Zijn schepsel voor Hem was gevlucht
Toen heeft Zijn Geest de stof opnieuw bevrucht
Opdat het nieuwe uit het oude op zou staan
En voor de avond van de derde dag
Heeft in de tuin de tweede Mens gesproken
Hij had de ketenen gebroken
En bleek de Zoon in wie Hij Zijn volmaaktheid zag.
Johan Th. Bos (Uit de bundel: Zeker Weten)
Foto: Schilderij van Jan Brueghel
Kan aan mij liggen, maar wat is de relatie tussen dit gedicht en een colomn nou?
Facts are sacred, comments are free. Daar komen gedichten en columns min of meer in overeen. Bovendien is het aantal rubrieken terug gebracht.