Men moet het politieke ABC een beetje kennen om bijvoorbeeld vergaderingen van de gemeenteraad te kunnen begrijpen. Het alfabet daar wijkt nogal eens af van wat de ‘gewone’ burger daaronder verstaat. Daarom is ook een afzonderlijk verklarend woordenboek nodig, dus niet naar de Van Dale grijpen. Een korte versie van de eerste letters. Rest volgt.
A = Amen, Hebreeuws woord voor ‘het zij zo’. Mening van coalitie op alle gebeden van B&W.
B = Babbelen. Kunst die raadsleden in meer of mindere mate verstaan. Praten zonder iets te zeggen, omdat het besluit al vast ligt. De slimste raadsleden bedienen zich van babbeltruuks.
C – Constructief overleg. Brengt men in de (lokale) politiek naar buiten als door partijen niets is bereikt, c.q. als het gesprek op slaande ruzie is uitgelopen.
D – Democratie: theorie dat het volk iets te zeggen heeft over hoe het bestuurd wil worden. Een theorie die nooit praktijk wordt. Het volk mag één keer in de vier jaar stemmen, maar daarna hebben politieke partijen het voor het zeggen en treden raadsleden tijdens verkiezingstijd gedane beloften met voeten. Het volk wordt geacht weer vier jaar lang te zwijgen.
E – Electoraat. Marktsegment waarop politieke partijen in verkiezingstijd actief zijn. Door marketing in de stijl van ‘u vraagt wij draaien’ poogt men zoveel mogelijk stemmen voor zich te winnen, ook als dat een draai van 180 graden vergt.
Leuk en nu het hele alfabet.