Johan Remkes (66), commissaris van de Koning in Noord-Holland, treedt aan het einde van dit jaar af. Hij liet minister Kasja Ollongren van Binnenlandse Zaken en Provinciale Staten weten zijn functie te willen neerleggen en dat tijdig aan te kondigen opdat een opvolger kan worden gevonden.
Hij is sinds vorig jaar ook voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel, maar die rondt tegen het einde van dit jaar haar werkzaamheden af. De commissie moet de Eerste en Tweede Kamer adviseren over noodzakelijke veranderingen in het parlementaire stelsel. Remkes is sinds is sinds medio 2010 commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland.
Minister
In zijn ontslagbrief schrijft hij zijn functie in Noord-Holland uitdagend en bevredigend te hebben gevonden., maar nu meer tijd aan zijn privéleven wil besteden. Eerder was Remkes bijna vijf jaar minister van Binnenlandse Zaken, Tweede Kamerlid en lid van Provinciale Staten in Groningen, alsmede staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en gedeputeerde in de provincie Groningen. Recent ontving hij een ambtsbericht van partijgenoot (VVD) en waarnemend burgemeester Bas Eenhoorn van Amstelveen over de bestuurscultuur in deze stad. Remkes had hem bij zijn aanstelling gevraagd die cultuur te willen analyseren. Conclusie: Men doet het over het algemeen wel goed, maar ‘op z’n Amstelveens’ en daarbij moet een komende burgemeester zich zoveel mogelijk aanpassen. De vorige, Mirjam van ’t Veld, voelde zich er vaak ongemakkelijk bij en liep, eigen ambities volgend, voor de muziek van de politiek uit, met name in het project ‘Mensen maken Amstelveen’.
“Recent ontving [Remkes, de Commissaris vd Koning] een ambtsbericht van partijgenoot (VVD) en waarnemend burgemeester Bas Eenhoorn van Amstelveen over de bestuurscultuur in deze stad. Remkes had hem bij zijn aanstelling gevraagd die cultuur te willen analyseren. Conclusie: Men doet het over het algemeen wel goed, maar ‘op z’n Amstelveens’ en daarbij moet een komende burgemeester zich zoveel mogelijk aanpassen.”
Niet alleen de burgemeester maar ook de burgers moeten zich aanpassen aan het politiek-bestuurlijk-ambtelijke onderonsje van het Paleis aan De Poel. In vroegere tijden brak in zo’n situatie van machteloosheid wel eens een stevige revolutie uit. Ik wil wel helpen met de opbouw van de guillotine op het Stadsplein. Er moeten nu echt koppen gaan rollen.