Het monument voor Joden die nooit in Amstelveen terug kwamen omdat zij werden vermoord in concentratiekampen is niet compleet. Dat bleek uit door de gemeente gefinancierd onderzoek ten behoeve van een nieuwe publicatie. Het monument bevat nu 166 namen, maar daar komen er een stuk of vijftig bij. Voorzitter David Serphos van de stichting Zikna las de ontbrekende namen voor tijdens de herdenking donderdag (24 april), waar burgemeester Tjapko Poppens een krans legde; de vermoorden bleken tot alle generaties te horen, zelfs een kind van 2 jaar werd vermoord. De omissie ontstond doordat de gemeentelijke organisatie 1942 als richtjaar aanhield, terwijl onderzoek ook naar voor- en na die tijd was gericht.

Jan van Hulst, naar wie inmiddels een park is genoemd, speelde een belangrijk rol in de toespraak van de burgemeester. Hij behoorde tot de gemeenteambtenaren, maar zag kans veel Joden aan onderduikadressen te helpen, zijn vrouw te ‘ontjoodsen’ en op vele wijzen zich als een verzetsheld te manifesteren.

Geen ‘ja, maar’

Het toenemende antisemitisme laat geen ruimte voor het vaak gehoorde ‘ja, maar’, vertelde Serphos. Jan van Hulst was duidelijk geen wegkijker, bleek uit de woorden van de burgemeester. Hij zei later: ‘Wat had ik anders moeten doen?’  Overigens waren er maar vijf procent dapperen, zoals hij, net zoveel als de als de ‘fouten’, die wel bereid waren voor 7,50 een Jood te verraden, zoals voorzitter David Simon van de Stichting ‘Vrienden van Yad Vashem’ meldde. Negentig procent keek weg, terwijl ruim honderdduizend Nederlandse Joden de dood werden ingestuurd, zei hij. “Dus moeten we nu waarschuwen.” Hij achtte daarom het onderwijs aan jongeren van belang. “Door weg kijken, is de holocaust ontstaan, de grootste rampspoed die de mensheid ooit heeft getroffen.”

‘Naast elkaar’

De burgemeester zei onder meer dat men in de samenleving niet tegenover elkaar maar naast elkaar moet staan.  “Wat voor Jan van Hulst de normaalste zaak van de wereld was, was het kennelijk voor anderen in de samenleving niet. Enkel omdat zij Joden waren, werden zij vermoord.” Vaak begint dat met woorden, zei hij ook. “Laten we zoeken naar wat ons bindt.”

De plechtigheid was georganiseerd door stichting Amstelveen Oranje en stichting Zikna. Mariette Landheer bracht enkele cellosoli ten gehore (o.m From Jewish Life van Ernest Bloch) en Chazzan  Sacha van Ravenswoude verzorgde het Jizkor (gebed voor zielerust van slachtoffers van de Shoa) en Kaddisj (Gebed ter heiliging van Gods naam).

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.