Zoals gebruikelijk strikt geheim voor de lokale media, maar achteraf wel via een gemeentelijk persbericht aan inwoners meegedeeld, bezocht de Japanse ambassadeur dinsdag het in boei staande kersenbloesempark in het Amsterdamse Bos. Uiteraard waren daar burgemeester Tjapko Poppens en de wethouders Adam Elzakalai en Floor Gordon bij.
De media waren niet uitgenodigd, omdat het volgens de gemeente een ‘besloten bijeenkomst’ door de externe partij ‘Amsterdam in business’ georganiseerd. En het is niet de gewoonte van de gemeente daarbij, zoals de Rijksvoorlichtingsdienst bij koninklijk bezoek (waar die externen juist op rekenen), ook maar één medium te vragen.
Evenement
Het evenement wordt al vijftien jaar in het voorjaar georganiseerd met de Japanse zakengemeenschap, zegt het gemeentelijke persbericht, dat de media achteraf met foto kregen. Want gratis reclame laten noch de gemeente noch die zakengemeenschap zich ontnemen.
Handelsbetrekkingen
Het Kersenbloesempark in het Amsterdamse Bos is ontstaan uit een donatie van 400 sierkersbomen gedaan door de Japanse gemeenschap aan de Metropoolregio Amsterdam, ter gelegenheid van 400 jaar onderlinge handelsbetrekkingen. Volgens de gemeente speelde ook dankbaarheid ‘de gastvrijheid die men door de jaren heeft ervaren’ een rol. Het park is volgens de gemeente sindsdien één van de, zo niet de voornaamste kersenbloesem ‘hotspots’ in Nederland en trekt dan ook jaarlijks velen bezoekers tijdens de bloeiperiode.
Traditie
Het vieren van de bloeitijd van de sierkersbomen is een eeuwenoud gebruik in de Japanse cultuur en valt o.a. samen met de start van het nieuwe Japanse zakelijk jaar. Japan is al decennia een belangrijke en loyale investeerder in de regio. Op dit moment zijn er ruim 400 Japanse bedrijven in de regio aanwezig die gezamenlijk goed zijn voor meer dan 13.000 banen.
Foto-onderschrift: Wethouders Elzakalai en Gordon, Japanse ambassadeur Minami, burgemeester Poppens, voorzitter van de Japanse Kamer van Koophandel Miyamoto en dames van de Japan Women’s Club in het bloesempark van Amstelveen.
Foto: R. van Waning