Kinderen met een fysieke, psychische, mentale of welke andere beperking dan ook zoveel mogelijk in de reguliere scholen opleiden, was het thema van de donderdag door D66 georganiseerde online sessie. Er waren experts uit het brede onderwijsveld en raadsleden aanwezig. In totaal een kleine zeventig deelnemers.
“Wij willen het beste onderwijs, ook voor kwetsbare kinderen in Amstelveen”, zei d66- raadslid en organisator Saloua Chaara. Maar de door haar bedoelde groep vergt wel maatwerk en daarbij passende voorzieningen, waardoor de bijvoorbeeld de autist toch binnen de school een ‘apart geval’ blijft.
Kleinschalig
Rector A. de Peuter van het Amstelveen College wees daarop. Zij pleitte voor een kleinschalige opzet binnen de grootschaligheid van haar school voor voortgezet onderwijs. “Het AC heeft bijna 1700 leerlingen”, zei ze. “Sommigen hebben een kleinschalige omgeving nodig.” En haar collega van het HWC vulde aan: “Als een van hen binnenkomt, heeft hij nog steeds met een klas van dertig leerlingen en een grote school te maken.” Peuter: “Het gaat mij niet zozeer om een inclusieve school, maar om inclusief onderwijs.”
Tweede sessie
Ook al hield Chaara ‘Yes we can’ (motto van de meeting) vol, concrete oplossingen kwamen er niet op tafel. Dat zei althans Pien Stroethoff van het Altra College in Hoofddorp van de groepsdiscussie die zich bezig hield met de vraag hoe men het klaarspeelt dat geen kind met een extra onderwijsbehoefte thuis zit of Amstelveen uit moet. Moet men naar kleinere scholen of kan men kleinschaligheid binnen grootschaligheid organiseren? was daar de centrale vraag. Men kwam er kennelijk niet uit en Chaara voelde dan ook een tweede meeting als deze aankomen, zei ze aan het einde.
Thuis
D66-woordvoerder voor onderwijs in de Tweede Kamer, Paul van Meenen, constateerde dat de laatste jaren het aantal ‘thuiszitters’ steeg van duizend naar zesduizend. Die kregen een ontheffing van de leerplicht. Onderwijswethouder Frank Berkhout betoogde dat daar geen Amstelveense kinderen bij mogen zijn, men voor hen niet afhankelijk moet zijn van Amsterdam of Uithoorn, maar hij zag ook wel in dat niet elke school alles kan opvangen. Op het gebied van passend onderwijs is volgens hem nog wel een wereld te winnen, maar de systemen waarmee de gemeentelijke overheid nu heeft te maken verzetten zich soms daartegen.
Daar leek programmamanager Jelle Rauwerdink bij het ministerie van OCW wel wel mee eens. Een moeilijkheid is volgens hem dat iedereen onder passend onderwijs iets anders verstaat. “Regulier en speciaal onderwijs trekken nog niet veel samen op.” En hij constateerde dat 25 verschillende partijen in het land zich met onderwijs bezig houden.
Hokjes
Het heersende hokjesdenken wees Van Meenen aan als belangrijke schuldige. De problemen met passend onderwijs komen volgens hem voort uit desinteresse bij ouders en leraren. Het gaat, zei hij, uiteindelijk om gelijke kansen voor iedereen. “De minister verbetert nu wat er al is. Dat is voor mij onvoldoende. De wet verplicht ouders de leerplicht voor hun kinderen na te komen, maar als die nergens terecht kunnen, volgt er een ontheffing. Dan zijn we ervan af, zegt men dan.” Hij pleitte er voor een belangrijker rol aan de jeugdarts te geven. Maar die is, in verband met de privacy, niet overal toe bevoegd, merkte raadslid Sandra van Engelen (CDA) op.
Inclusief
In een van de ‘hokjes’ opereert de zwaar met allerlei specialisten bemensde Bloeiwijzer voor Speciaal Basisonderwijs. Directeur Ronald Bouwman daarvan juichte wel toe dat men in het voortgezet onderwijs naar wegen zocht om op een of andere manier gehandicapte kinderen op te vangen, maar vond dat men wel realistisch moest blijven. “Het is goed van de collega’s in het voortgezet onderwijs te horen dat zij zich herkennen in de ingewikkelde overgangsfase.” En dat sloot min of meer aan bij Berkhouts opmerking dat, vooropgesteld dat men er alles aan doet zoveel mogelijk binnen de gemeente te houden, toch niet alles kan in elke school. En scholen met een bepaalde expertise blijven, constateerde men, ook in Amstelveen nodig. Al wil men – de opzet van de avond – meer kwetsbare leerlingen in het reguliere onderwijs. Opdat het ‘inclusiever’ wordt.
Ik mis in het artikeltje mensen uit het onderwijs, die dat allemaal maar moeten weten te managen voor de klas. Jammer! De opmerking dat de leraren desinteresse hebben slaat nergens op, is mijn ervaring. Alleen is de één beter in staat om daar mee om te gaan als de ander. Vaak heeft (bij)scholing daar niets mee te maken, maar eerder je pedagogisch kunnen. Je kan wat aanleren om met deze kinderen om te gaan, maar het moet je echt liggen. Dat is in ieder geval mijn ervaring na jaren in het regulier en speciaal onderwijs.