Lange tijd had Amstelveen een zogenoemd afspiegelingscollege. Het betekende dat B&W in feite een afspiegeling vormden van de gemeenteraad. Als ik het goed heb begrepen, is fractievoorzitter Ruud Kootker van Burgerbelangen Amstelveen (bbA) daar, zeker ten tijde van de coronacrisis, een voorstander van. Niet zo vreemd, want voorheen maakte die lokale partij deel uit van de coalitie en zij wil nu ‘raadsbreed’ blijven meepraten.
Van meet af aan ben ik voorstander geweest van een Programcollege, want dan blijft er ten minste nog iets over van alle beloften waarmee de politieke partijen in verkiezingstijd kwistig strooiden. De coalitie (nu drie partijen) legt zich vast op een programma en de rest heeft grotendeels pech gehad. B&W doen voorstellen – om met VVD-wethouder Herbert Raat te spreken: uit de cockpit – en de coalitie zegt ja en amen. Dat is de meerderheid.
RTVA
Eigenlijk heeft nooit iemand mij beter de roerselen achter het verschil tussen een afspiegelings- en een programcollege uitgelegd dan toenmalig PvdA-wethouder Willem Cornelisse. Hij maakte deel uit van een afspiegelingscollege (1987-1998), terwijl wethouders van zijn partij elders in het land tot een programcollege behoorden. Kijk, zei Cornelisse, wij zijn vóór een programcollege in de gemeenten waar wij de baas zijn en anders voor de afspiegeling.
Ik kom er op omdat ik bij RTVA de talkshow over politiek zag met twee voorzitters van de coalitiefracties (Esther Veenboer, PvdA en Harmen van der Steenhoven, D66) en twee van de oppositie (Ruud Kootker van Burgerbelangen Amstelveen en Patrick Adriaans van de SP). Terecht constateerde host Roel Smit dat de tien partijen in de gemeenteraad doorgaans unaniem zijn in het aanvaarden van voorstellen van de coalitie. Politieke verschillen zijn er blijkbaar niet. Zij komen in elk geval niet aan het licht.
Toneel
De coalitie is het sowieso roerend met elkaar eens, omdat de drie partijen (VVD, D66 en PvdA) in beslotenheid allang met elkaar hebben gesproken. Toneelspel in de raad van de drie werd door de twee vertegenwoordigers (weer) ontkend, maar dat stond haaks op de melding van Veenboer: “Je zorgt dat je elkaar iet verrast”, zei ze letterlijk. De verrassing waarop de kiezer hoopt, is dus uitgesloten. En de oppositie stemt er doorgaans mee in. Er zijn wel verschillen tussen de politieke partijen, zeiden de vier. Maar zij weten die na de verkiezingstijd, misschien soms op GroenLinks en de SP na, goed te verbergen. Geen kiezer ziet van de beloften, die hem er toe brachten zijn stem op een van de tien uit te brengen, iets terug als raadsleden eenmaal zijn gekozen.
Tegen
Nou ja, de SP is de enige die vaak tegen de begroting stemt. Omdat daarin het beleid tot uiting komt. “En als dat te ver afstaat van wat onze opvatting is, stemmen wij tegen.” Daarmee koos hij in feite als lang geleden Jack de Milliano die leiding gaf aan Artsen Zonder Grenzen, een BN-er, die parapaardje werd van het CDA. Maar toen hij eenmaal in de Tweede Kamer zat, wilde hij gestand toen wat hij kiezers had beloofd. Dat was dus niet de bedoeling, zodat hij na een paar maanden in de Haagse slangenkuil te hebben gezeten daar al de brui aan gaf. Hij had niet begrepen dat politiek een spel is van kiezers dingen beloven en vervolgens je daar geenszins aan houden.
In Amstelveen mogen wij dan een programcollege hebben, blijkbaar is de afspiegeling in de gemeenteraad een feit. De verschillen zijn er, zeggen politici. Maar een knap kind dat er iets van merkt. Zodat men zich af kan vragen waarom men in hemelsnaam op één van de tien heeft gestemd…..
Zoiets heet een onderonsje en de meerderheid vindt ook dat normaal. Men stemt op één van die tien omdat op alle tien stemmen niet mag. Dat zou ook geen verschil maken zolang te weinig mensen beseffen dat het oude normaal tot de huidige crises heeft geleid.