In Museum JAN wordt in het voorjaar een ruime selectie werken van Koen Vermeule (Goes, 1965) tentoon gesteld. Die bestaat onder meer uit nog niet eerder vertoonde schilderijen en gouaches. Zij verbeelden zijn wereld, zijn beleving, zijn blik op de omgeving en de mens daarin.
De beelden vinden hun oorsprong in het onspectaculaire, dagelijks leven.
Songteksten
De stadslandschappen zijn vaak rake observaties van de eigen tijd en hedendaags menselijk gedrag, terwijl zijn landschappen zich juist kenmerken door stilte en tijdloosheid, zegt het museum. “De werken hebben echter niks alledaags: Ze dragen iets universeels en blijvends in zich, en ook vaak iets ongrijpbaars.”
“Uiteindelijk wil ik iets zeggen over thema’s als liefde, verlangen, leven, dood, contemplatie, het verstrijken van de tijd”, meldt Vermeule zelf over zijn werk. “Muziek en kunst van anderen, die ik met me meedraag, spelen daarbij ook een rol.” Bijzonder aan deze presentatie is de combinatie met songteksten; teksten die de kunstenaar zijn leven lang al met zich meedraagt, woorden of flarden van zinnen die samen met zijn werk de sfeer in de zalen van Museum JAN bepalen.
Poëzie
Van realisme naar poëzie Vermeules motieven variëren van zijn familieleden en straatbeelden tot vluchtige landschappen, die hij fotografeert en gebruikt als basis voor zijn werk. Stilistisch combineert Vermeule romantiek met realisme, abstractie met poëzie. Zijn werk getuigt ook van zijn enthousiasme voor de geschiedenis van de schilderkunst, muziek en literatuur. Dierbare kunstenaars die altijd met hem meereizen zijn Oskar Schlemmer, Georges Seurat en Leon Spilliaert. ‘Ook dat beïnvloedt mijn werk, net als die songteksten en de beelden uit mijn nabijheid.’ Aan de hand van zijn foto’s, bronnen uit de kunstgeschiedenis, voorstudies en poses uit het door hem gepraktiseerde judo gaat Vermeule in zijn atelier aan het werk. ‘Ik ben een bouwer’. Hij haalt de ruis uit de beelden, kantelt soms het perspectief, kiest de personages en laat soms een kleur domineren. Zijn doeken zijn uiteindelijk kraakhelder en van storende details ontdaan, maar hebben hun wortels in een humuslaag van verzamelde beelden, ideeën en persoonlijke associaties. Houding De personages die Vermeules werken bevolken, zijn vaak stedelijke eenlingen in eigentijdse kleding en hangen wat, zitten, liggen of lopen rond. Ze zijn bezig met hun telefoon, camera, of luisterend naar muziek, tijdelijk afgesloten van hun omgeving. Het zijn mensen die je elke dag tegen kunt komen, de anonieme grootstedelijke burgers. Het gaat Vermeule vooral om hun houding, niet om hun gezichtsuitdrukking, zegt hij. ‘Judo heeft mij gevormd, de spiritualiteit en de esthetiek ervan bepalen ook mijn houding, mijn blik.’ Zowel in de judo als bij het schilderen gaat het om eenzelfde soort concentratie, jarenlange oefening en overgave aan de beweging.
Muziek
Terwijl de werken rust en stilte uitstralen, speelt muziek in het maakproces een rol. Vermeule beluistert muziek in de volle breedte, altijd op zoek naar het onbekende, van klassiek tot rocksteady ska. Voor Poetry suite koos hij fragmenten uit een twintigtal songs – van onder anderen Gabriels, Litte Simz, Talking Heads en Lee Scratch Perry –, om de kijker mee te voeren in een theatrale sfeer. Als fries vormen de teksten één doorlopend geheel met de werken en zetten zo een toon in de ruime en lichte museumzalen in Amstelveen. Vermeule neemt je mee in zijn vertrouwde en tegelijkertijd ontregelende wereld, die aanzet tot reflectie.