Negen á tienmiljoen gaat het herstel van de goeddeels door brand verwoeste Urbanuskerk in Bovenkerk kosten. Die verwachting sprak vicevoorzitter Ad Verkleij van het parochiebestuur. Grotendeels komt dat geld van de verzekering, maar er zal toch ongeveer vijftien procent uit de bevolking meten komen. Op 25 mei, sinds enkele jaren beschouwd als de verjaardag van Amstelveen, is als onderdeel van de festiviteiten de toren weer te beklimmen.
Behalve een geloofsgemeenschap die er in huist, wordt de kerk ook in toenemende mate als cultureel centrum gebruikt. Dat zijn twee dingen die naast elkaar bestaan, maar nooit strijdig met elkaar mogen worden, bleek uit de woorden van voorzitter Rob van den Helder van het Bewonersplatform Bovenkerk, dat woensdag een bewonersavond hield.
Dak
De parochie wil in Bovenkerk blijven. Stapje worden nu de gewelven en het dak gerepareerd. Voor het dak liggen de bouwtekeningen klaar. Het is de bedoeling na de bouwvakvakantie met de reparatiewerkzaamheden te beginnen.
Er is veel schoonmaakwerk aan de toren gepleegd, waar onderaan een kleine religieuze ruimte wordt ingericht voor het houden van kleine vieringen en het aansteken van kaarsjes, meldde Verkleij.
Sponsoring
Volgens hem moet er één á twee miljoen uit sponsoring komen voor het herstel van de kerk. Die inzameling wordt gecoördineerd door de stichting Vrienden van de Bovenkerkse Urbanus. Die heeft overigens al een ton van het benodigde bedrag binnen. De oorzaak van de brand ligt bij een schakelaar. Meer is niet goed meer te achterhalen, zei Verkleij.
Wakker
Overigens is men bij de gemeente wel meer wakker geworden voor de belangen van Bovenkerk, constateerde Rob van den Helder. Onder meer zijn er goede vooruitzichten voor de plannen van Bovenkerk een ‘Parel aan de Poel’ te maken. “Burgemeester en wethouders denken nu helemaal met ons mee daarover”, zei hij. “Bijvoorbeeld over wat we in die kerk allemaal kunnen doen.” Eer bestaat volgens hem een ‘vlekkenplan’ dat nader moet worden uitgewerkt. De komende weken gebeurt dat en eind mei moet er meer duidelijkheid zijn, ook over wat het allemaal gaat kosten en hoeveel de gemeente er aan bijdraagt. “Ik kan net zeggen of het allemaal gaat lukken, maar wij staan er nu wel positiever in dan in het verleden.”