“Wij doen niets dat al bestaat”, zei voorzitter Bert Heeren van de vorig jaar in november opgerichte stichting Start Solutions bij een lunch in de kantine van de Ben Goudsmithal. Hij en nog iemand zij de enige Nederlandse bestuurders van de stichting. De andere vijf bestuursleden zijn Syriërs, overigens toeval, want de website meldt dat de stichting er ook voor andere ‘nieuwkomers’ is.
Is bij de inburgering en alle andere procedures dan niet Vluchtelingenwerk betrokken? De eerste vier jaar wel, meldt Heeren. Maar daarna gaat men ervan uit dat de tot asielzoekers verheven vluchtelingen zelfredzaam zijn. Wat dus vaak niet zo is. “Wij richten ons op de meer complexe vragen die een immigrant in de Nederlandse samenleving tegen komt,” zegt Heeren.
Zaak
Bijvoorbeeld bij het starten van een onderneming, wat veel Syriërs doen. In de Ben Goudsmithal aan de Sportlaan heeft AmstelveenSport de exploitatie van de kantine aan de stichting Start Solutions toevertrouwd. “Wij streven naar volwaardige integratie en het voorkomen van sociale segregatie”, meldt Heeren. Vooral in coronatijd dreigt dat laatste.
Hoger opgeleid
Onder meer omdat verbindende sportactiviteiten vaak niet doorgaan. En tachtig procent van de Syrische vluchtelingen heeft ook geen werk. Wat niet wil zeggen dat zij daarvoor de scholing gemist hebben in hub land van herkomst. “De meesten met wie wij te maken krijgen zijn hoger opgeleid”, meldt de voorzitter.
In de kantine, bij de ter gelegenheid van de Sportweek en het bezoek van o.a. Olga Commandeur geserveerde Arabische lunch, wijst hij een in de keuken werkzame Syriër aan, die voorheen directeur van een ziekenhuis was en een ander blijkt verkeersleider te zijn geweest. Zij zijn, als zij al werk krijgen, ver onder het niveau en met het vak bezig waarvoor ze zijn opgeleid. “Hun streven is te komen van broodbaan naar droombaan”, zegt Heeren.
Taal
Maar dikwijls spreken zij daarvoor te weinig goed Nederlands. De hoofdtrainer Mohamed Masri van binnenkort United Amstelveen, die nu nog in Volendam werkt, meldt dat hij vooral Nederlands leerde van kinderen aan wie hij les gaf. Hij wil deel uitmaken aan een vluchtelingenteam op de Olympische Spelen, want heeft de Nederlandse nationaliteit na vijf jaar nog niet en kan ook voor Syrië, dat hij ontvluchtte, niet uitkomen. Voorzitter Anneke van Zanen van NOC*NSF bood tijdens de lunch aan hem waar mogelijk te helpen.
Verspild talent
Er is volgens de stichting veel verspild talent onder vluchtelingen, die worden gedupeerd door het spanningsveld tussen inburgering en werk. De verslaggever liep in de Goudsmithal ook iemand tegen het lijf de met een schoonmaakbedrijf is begonnen, vijf medewerkers al heeft en in Syrië ingenieur was. Iemand anders heeft een businesscase klaar voor een Arabische supermarkt. En Norma, onder leiding van wie de lunch tot stand kwam, is doende met het starten van Arabische catering. “Zij is bezig in business te komen”, zegt Heeren. Zoals vele vluchtelingen.
Ook zou het wel eens handig zijn om te kijken wat men nu precies nodig heeft bij een inburgeringscursus. Is het in vele gevallen nu echt van belang of men hij wordt of hij wort schrijft, zit ik mij vaak af te vragen. Het lijkt mij toch dat men als eerste moet leren om zich sociaal verbaal uit te drukken. Nu zijn die inburgeringscursussen allemaal op dezelfde manier opgebouwd. Men heeft alleen verschil in niveau, maar allemaal bestaan ze uit spreken, luisteren ,schrijven, lezen terwijl men in vele gevallen afhankelijk naar waar men naar toe streeft het schrijven heus niet zo’n nadruk hoeft te hebben.
Ook pleit ik er voor dat de kinderen van deze mensen buiten de reguliere schooltijd om extra les in Nederlands krijgen samen met Nederlandse kinderen die een taalachterstand hebben.