Op een sobere manier werd zondagavond de verwoestende brand in de tuin bij de Urbanuskerk te Bovenkerk herdacht. De vlammen vernielden precies een jaar geleden die kerk, na een ingrijpende restauratie, die zes jaren in beslag nam. De Urbanus is niet alleen het centrum van de rooms katholieke parochie maar een icoon van het zich Parel aan de Poel noemende Bovenkerk en eigenlijk van heel Amstelveen, zei burgemeester Tjapko Poppens, die zelf sinds kort in Bovenkerk woont.
Centraal in de herdenking stond het Harmonie Orkest Amstelveen, dat veel geestelijke liederen speelde, zoals ‘Nader mijn God tot U’ en ‘U zij de glorie’. De hoofdmoot van de herdenking, zei stadsdichter Matthijs den Hollander, die de programmadelen aan elkaar praatte, was eigenlijk het luiden van de klokken van de Urbanus.
En er kwam ook orgelspel uit de speakers, waarbij bariton Ronald Willemsen live het ooit door D.C. Lewis, begeleid door organist Feike Asma, op de plaat gezette ‘Het Gebed’ ten gehore bracht. Een lied over iemand die eigenlijk alleen voor de orgelmuziek naar de kerk komt.
Pijn
De brand, die landelijke publiciteit kreeg, heeft mensen geraakt en raakt
hen nog steeds, zei Poppens. “Ik begrijp dat het nog steeds pijn doet.” Maar anderzijds heeft de vernieling naast verslagenheid ook saamhorigheid in de gemeenschap teweeg gebracht, constateerde hij. “En die is in deze tijd niet meer vanzelfsprekend.” De wederopbouw zorgt volgens hem voor nieuwe energie, met veel acties als vrucht.
Emoties
Drie basisscholieren uit Westwijk droegen gedichten voor die uit honderden schrijfsels van leerlingen waren geselecteerd. “Je moet niet verdrietig zijn om wat wij verloren hebben, maar blij zijn om wat wij nog hebben”, zei Laura. Een andere leerlinge besefte kennelijk dat de kerk een Godshuis is. Behalve een bouwwerk van de hele gemeenschap is dat toch de functie van de parochie daar omheen, die nu onderdak heeft gevonden in het Noorddamcentrum aan de overkant, benadrukte pastoor Eigene Jongerden. “Emoties troffen ins allemaal, toen de kerk brandde”, zei hij. “Als je wilt, kun je hier thuis komen. We hebben die zaterdagavond van de brand bewust gebeden of de toren mocht blijven staan.” Hij wees erop dat inmiddels een kleine kapel bij de toren weer open is. En de toren is er een van hoop, zei hij. De pastoor zei verder dat God nog steeds Degene is Die tegen Mozes zei: “Ik zal er zijn.”
Bewondering
Bij de herdenking was ook bisschop Johannes Hendriks van bisdom Haarlem aanwezig. Die zei dat de brand destijds hem met verdriet had vervuld, maar dat hij ook met bewondering de activiteit in Bovenkerk heeft gadegeslagen. “Ik heb bewondering voor de verbondenheid met elkaar en met de Heer.” Begeleid door het harmonieorkest zongen de toegestroomde herdenkers het door Geertje Vrolijk geschreven en door Conny van den Helder en Kees Meekel gezongen lied over Bovenkerk ‘Ons Dorp’.
Ook die tekst getuigde van de onverzettelijkheid van Bovenkerk wat tegenslagen betreft. De kerk werd 144 jaar geleden gebouwd. ‘We gaan er de komende 144 jaar tegenaan’, zei Den Hollander.
Reep
Overigens was de tweede historisch dag van Bovenkerk ’s morgens begonnen met slagwerkgroep Bovenkerk en directeur van de RABO-bank die deze dag financieel heeft ondersteund. Bij aankoop van een St. Urbanusreep mocht men deze dag gratis naar de poppenkast, de paardenkoets, eendjes vangen, ponyrijden, wagentjes rijden en heel bijzonder een rondvaart op de Amstelveensche Poel en modderpoel bij aankoop van vier repen.
De Urbanus toren was weer open en werd beklommen door ongeveer 200 mensen. Het Noorddamcentrum was door vijftien mensen een dag van tevoren vol gehangen met honderden foto’s van vroeger en er werd een aantal films over Bovenkerk vertoond. Hoeveel foto’s zijn er gemaakt van de foto’s die er hingen het is niet te tellen. De museum tram bij station Bovenkerk had ook niet te klagen of de bezoekers. De afsluiting was het meezing feest op het terras achter het Noorddamcentrum.
